Download Print deze pagina

Autopilot-Functies; Vereisten Kaartplotter; Autopilot-Lampjes - Mercury Marine Zeus 3000 Series Handleiding

Advertenties

Hoofdstuk 2 - Op het water
De modus Auto Heading wordt uitgeschakeld als de ERC-hendels op neutraal worden gezet. U moet de modus Auto
Heading opnieuw inschakelen op het roer dat nu actief is geworden.
Als de opdracht tot besturingsoverdracht wordt gegeven, komt de functie Autopilot stand-by te staan. Alle vereiste
opdrachten moeten bij het geactiveerde roer worden ingevoerd.
Skyhook wordt uitgeschakeld zodra de transferknop voor de tweede keer wordt ingedrukt. Skyhook moet bij het
geselecteerde actieve roer worden ingeschakeld.
Als de functie Auto Heading wordt ingeschakeld, wordt de besturingsoverdracht uitgeschakeld. Schakel de functie uit
om de besturingsoverdracht te hervatten. Schakel Auto Heading in bij het geselecteerde actieve roer.
Als de routemodus is ingeschakeld, wordt de besturingsoverdracht uitgeschakeld. Schakel de functie uit om de
besturingsoverdracht te hervatten. Schakel de routemodus in bij het geselecteerde actieve dashboard.
De regeling van de route via de routemodus (Waypoint Sequencing) en de weergave van de routegegevens op de
kaartplotter worden niet automatisch overgedragen naar de kaartplotter bij het actieve dashboard. U moet de
kaartplotter bij het actief geworden dashboard inschakelen, het routepunt opnieuw invoeren en de routemodus
opnieuw inschakelen.
BELANGRIJK: Als er storingen worden ondervonden bij besturingsoverdracht, moeten alle besturingsmodules voor de
motor en de joystickbesturing worden uitgeschakeld. U schakelt de besturingsmodules uit door beide motoren uit te
schakelen en de ERC-hendels van beide motoren drie seconden lang op volgas achteruit te zetten.

Autopilot-functies

Vereisten kaartplotter

Veel van de onderdelen en functies voor Autopilot maken gebruik van informatie van een kaartplotter. Maar niet elke
kaartplotter beschikt over de informatiekwaliteit die nodig is voor een goede werking van deze functies. De kaartplotter in
uw boot is geselecteerd uit een goedgekeurde lijst die is opgesteld en wordt bijgehouden door Mercury Marine. Deze
kaartplotters hebben speciale software die voldoet aan de strenge eisen voor een goede verbinding met de Autopilot en de
joystick.
Slechte kwaliteit of onzorgvuldig, door niet goedgekeurde kaartplotters of software gegenereerde informatie kan ertoe
leiden dat functies verkeerd, onverwacht of helemaal niet werken. Het updaten van software naar een niet goedgekeurde
versie kan er eveneens toe leiden dat het systeem niet goed werkt. Raadpleeg uw erkende dealer of bel de klantenservice
van Mercury voor een lijst van goedgekeurde kaartplotters.
BELANGRIJK: Bij gebruik van de Autopilot moet de aankomstzone op de kaartplotter worden ingesteld op ten minste 0,05
zeemijl.

Autopilot-lampjes

De joystick heeft verschillende lampjes die aangeven wanneer de joystick wordt gebruikt en wanneer een Autopilot-modus
actief (ingeschakeld) is. Zie voor een beschrijving van de werking van de lampjes tijdens gebruik van de joystick de
paragraaf Manoeuvreren met de joystick.
Bladzijde 30
90-8M0122560
MAART 2016
nld

Advertenties

loading