Als u op de knop voor Auto Heading, route (Waypoint Sequencing) of Skyhook drukt, wordt die modus ingeschakeld en
gaan zowel het bijbehorende lampje als de bijbehorende verlichte tekst op de kop van de joystick branden.
Nr.
Beschrijving
a
Lichtring
Signaallampjes en
b
tekstindicatie voor modus
koersaanpassing
Indicators voor Skyhook-
c
modus
d
Tekstindicator route
e
Knoplampje Heading (koers)
f
Knoplampje Skyhook
Knoplampje Route (Waypoint
g
Sequencing)
h
Lampjes van afstelknop
Autopilot-modi
Vermijd ernstig of dodelijk letsel. Onnadenkend gebruik van de boot kan resulteren in aanvaringen met andere schepen,
zwemmers of de bodem. De Autopilot houdt een vooringestelde koers aan maar reageert niet automatisch op gevaren in
de nabijheid van de boot. De bestuurder moet aan het roer blijven staan om gevaren te ontwijken en opvarenden te
waarschuwen bij koerswijzigingen.
De Autopilot omvat verschillende modi waarmee u uw boot naar een specifieke koers kunt sturen, of naar bestemmingen
die zijn gegenereerd door een kaartplotter en GPS-unit. Als u gebruik maakt van een apparaat voor het genereren van
koersinformatie, hoort u vertrouwd te zijn met de werking van die kaartplotter en de GPS-unit voordat u de Autopilot gaat
gebruiken bij het besturen van uw boot. De Autopilot regelt geen snelheid maar alleen de richting en kan geen gevaren bij
de navigatie waarnemen. Deze automatische modi ontslaan de bestuurder niet van de verantwoordelijkheid om aan het
roer te blijven staan en te blijven letten op andere boten, personen in het water of gevaren bij het navigeren.
NB: Gebruik van het stuurwiel prevaleert altijd boven de Autopilot: in dat geval neemt de bestuurder de besturing van de
boot weer over. Ook het gebruik van een andere versnelling met de hendel van de elektronische afstandsbediening (ERC)
schakelt de Autopilot-modus uit.
Bij gebruik van de Autopilot met een kaartplotter en een GPS-unit voor het navigeren langs een reeks routepunten (een
route), zal de boot niet naar de exacte locatie van het routepunt varen voordat hij koers zet naar het volgende routepunt.
De kaartplotter creëert een zone (de aankomstcirkel) rondom het routepunt en de Autopilot meldt aankomst op de
bestemming zodra de boot die zone binnenvaart.
Skyhook positiebehoudfunctie
Uw boot kan uitgerust zijn met de Skyhook-functie voor positiebehoud. Dit systeem maakt gebruik van GPS-technologie en
een elektronisch kompas voor automatische schakelbediening, gas en besturing om koers en positie te behouden. Deze
functie kan praktisch zijn wanneer u stil ligt om te tanken, wacht totdat een brug wordt geopend of wanneer het water te
diep is voor een anker.
90-8M0122560
MAART 2016
nld
c
d
e
f
De lichtring gaat branden, knipperen, pulseren of draaien om een van de vele mogelijke statussen aan te geven.
Raadpleeg de informatie over de handeling in kwestie voor meer informatie. De lichtring knippert als u een invoerfout
maakt.
De signaallampjes voor koersaanpassing branden als het systeem in de Auto Heading-modus staat. Deze wijzen de
bestuurder op het volgende:
•
Draai de joystick naar rechts om de koers met 10° stuurboord te wijzigen
•
Draai de joystick naar links om de koers met 10° bakboord te wijzigen
•
Tik de joystick naar rechts om de koers met 1° stuurboord te wijzigen
•
Tik de joystick naar links om de koers met 1° bakboord te wijzigen
De tekstindicator brandt altijd terwijl de Auto Heading-modus is ingeschakeld.
De tekstindicator SKYHOOK en het Skyhook-symbool branden terwijl de Skyhook-modus is ingeschakeld.
Brandt als de routemodus (Waypoint Sequencing) is ingeschakeld.
Trackpad lampjes
Brandt als de Auto Heading-modus is ingeschakeld.
Brandt als de Skyhook-functie is ingeschakeld.
Brandt als de routemodus (Waypoint Sequencing) is ingeschakeld.
Deze twee lichtsegmenten gaan branden om de mate van fijnafstemming voor elke functie aan te geven. Raadpleeg
de informatie over de functie in kwestie voor meer gegevens.
WAARSCHUWING
!
Hoofdstuk 2 - Op het water
a
b
g
h
60032
Aantekeningen
Bladzijde 31