Programmeren afstandsbediening
len echter kan het wenselijk zijn het systeem zo
te configureren dat de op de AVR aangesloten
apparaten niet reageren op de standaard instel-
ling en de functies die op de afstandsbediening
staan gedrukt.
Voorbeeld: wanneer u in uw systeem twee video-
recorders gebruikt, kan de tweede op de ingang
VID 2 aangesloten zijn. Geen probleem, maar
onder normale omstandigheden zullen de uitge-
zonden bevelen nadat VID 2 is gekozen bestemd
zijn voor een televisie, niet voor een VCR.
In zo'n geval kan dit worden gecorrigeerd via de
"Ander Apparaat" procedure, waarmee de codes
van het een bepaald type apparaat naar een
andere toets kunnen worden verplaatst. In de
volgende stappen wordt bijvoorbeeld uitgelegd
hoe de VID 2 toetsen geprogrammeerd moeten
worden om de bevelen voor een VCR te geven.
Uiteraard is het mogelijk de afstandsbediening te
programmeren met elk willekeurig apparaat op
de codes van een ander apparaat, net zoals uw
systeem verlangt. En met de "Herbenoem" func-
tie van de AVR kunt u ook de naam in de display
van de LC display veranderen, zodat u ziet welke
bevelen worden uitgezonden.
Om toetsen die normaliter zijn toegewezen aan
een bepaald apparaat aan een ander toe te wij-
zen gaat u als volgt te werk:
1. Druk op Program a en houd deze ca. drie
seconden vast terwijl de aanwijzing van afbeel-
ding 15 in de Display 2 van de afstandsbe-
diening staat. Laat de toets los zodra het rode
lichtje onder Set F oplicht.
2. De aanwijzing
(afbeelding 16)
MAIN MENU
verschijnt in de LC display en Set F blijft rood
E zodat
oplichten. Druk tweemaal op
⁄
(wijzig apparaat) onder in de
CHANGE DEVICE
LC display verschijnt, als aangegeven in afbeel-
ding 34. Druk op Set F om de procedure van
opnieuw toewijzen van de bevelen voor een
bepaald apparaat te starten.
M A I N M E N U
C H A N G E D E V I C E
Afbeelding 34
3. In het volgende menu kiest u de ingang of het
apparaat dat u wilt veranderen. Zodra de aanwij-
zing van afbeelding 35 verschijnt drukt u op
E om door het overzicht te gaan en het
⁄¤
gewenste apparaat voor de andere functie te
zoeken. In dit geval zoeken we "TV" om deze te
veranderen in VCR en zo een videorecorder te
bedienen. Zodra "TV" verschijnt drukt u op Set
F.
O L D D E V I C E T Y P E
T V
Afbeelding 35
4. Nadat het "Oude" type is gekozen dient u de
afstandsbediening te vertellen welk stel afstands-
bedieningscodes de juist gekozen set dient te
vervangen. Zodra de aanwijzing van afbeelding
36 in de display verschijnt drukt u op
om door het overzicht met categorieën te gaan
om de naam van het gewenste apparaat op te
zoeken. De oude naam blijft links in de LC dis-
play staan, terwijl de eventuele vervanging rechts
doorloopt. Voorbeeld: u drukt op
⁄
in de display verschijnt om ervoor te
TV < -VCR
zorgen dat de VID 2/TV toets de bevelen uitzendt
om een VCR te besturen. Druk op Set F zodra
de gewenste combinatie wordt aangegeven.
N E W D E V I C E T Y P E
T V < - V C R
Afbeelding 36
5. Wanneer het nieuwe apparaat is gekozen,
gaat de procedure verder met het kiezen van de
codes voor het gebruikte merk en deze is dan
ook identiek aan de manier waarop een apparaat
door uzelf wordt geprogrammeerd. Ga verder als
aangegeven in de volgende stappen en onthoudt
dat wanneer de codes voor uw specifieke appa-
raat niet aanwezig zijn, u een willekeurig merk
kunt kiezen om vervolgens de codes over te dra-
gen ('leren') aan de AVR afstandsbediening met
de procedure op pagina 47. De procedure wordt
gestart door het merk te kiezen als aangegeven
E tot de merk-
in afbeelding 19. Druk op
⁄¤
naam van het apparaat dat u programmeert in
de onderste regel van de display verschijnt en
druk op Set F.
6. De volgende stap is erg belangrijk omdat deze
bepaalt welke codes het apparaat of de display
zullen sturen. Richt de AVR afstandsbediening op
het te programmeren apparaat en volg de aan-
wijzingen in de display 2 en druk één voor
één op de cijfertoetsen H te beginnen met
"1". Nadat op "1" H is gedrukt zal de display
even leeg zijn terwijl de code wordt verzonden
en rechtsboven in de display ziet u het 'zenden'
symbool ten teken dat de afstandsbediening een
bevel verzendt.
7. Nadat u de toets heeft ingedrukt en losgelaten
kijkt u naar het te programmeren apparaat om te
zien of dat wordt uitgeschakeld. Zodra de aan-
wijzing in het volgende menu verschijnt (afbeel-
ding 21) drukt u op Set F en u gaat verder
naar stap 9. Schakelt het apparaat niet uit, ga
dan naar de volgende stap.
8. Wanneer het in de AVR te programmeren
apparaat niet uitschakelt nadat u op "1" heeft
gedrukt, gaat u verder met stap 6 en 7 door op
alle beschikbare cijfertoetsen te drukken tot het
apparaat uitschakelt. Zijn alle toetsen geprobeerd
en schakelt het apparaat dan nog niet uit, dan
bevindt de code voor dit apparaat zich niet in het
geheugen van de AVR afstandsbediening onder
die merknaam. In dat geval raden we aan Set
F in te drukken om de codes van een ander
merk te accepteren en het programmeren is
afgerond. Denk er wel aan dat u dan de
afstandsbediening zelf met de hand dient te pro-
grammeren met de aanwijzingen "Overdragen
Bevelen" op pagina 47.
www.audiodna.sk
E
9. Schakelt het te programmeren apparaat uit
⁄¤
nadat een cijfertoets is ingedrukt, druk dan bin-
nen vijf seconden op Set F om deze instelling
in het geheugen van de afstandsbediening op te
slaan. Nadat u op Set heeft gedrukt geeft de
E tot
bovenste regel van de display
daarop knippert
SAVED
onderste regel.
10. Wanneer de codes zijn opgeslagen keert de
afstandsbediening terug naar normaal bedrijf en
wanneer u op de Input Selector 4 drukt die
zojuist was geprogrammeerd, geeft de display
geheel links de oorspronkelijke apparaat soort
code aan met de naam van de nieuwe code tus-
sen haakjes. Voorbeeld: de display geeft aan
in ons voorbeeld waarin we de TV
TV < -VCR
codes vervangen door die voor een VCR.
Macro Programmeren
Macro's maken het mogelijk veelgebruikte com-
binaties van meervoudige bevelen uit te voeren
met één druk op een toets. Wanneer een macro
is geprogrammeerd kunt u maximaal 20 bevelen
uitvoeren door simpelweg op Power On (inscha-
kelen) of de een Macro toets te drukken. Op deze
manier wordt het inschakelen, een ander appa-
raat kiezen of andere veel voorkomende taken
aanzienlijk eenvoudiger. Dankzij de twee regels
in de display van de afstandsbediening is het
simpeler dan ooit om te profiteren van de voor-
delen van een macro-commando.
Opnemen van een Macro
Om een macro in het geheugen van de afstandsbe-
diening te programmeren gaat u als volgt te werk:
1. Druk op Program a en houd deze onge-
veer drie seconden vast terwijl de aanwijzing uit
afbeelding 15 in de display 2 van de
afstandsbediening staat. Laat de toets los zodra
het rode lichtje onder Set F oplicht.
2. Het
MAIN MENU
16) verschijnt in de display en Set F blijft rood
branden. Druk driemaal op
in de onderste regel van de display ver-
MACRO
schijnt, als aangegeven in afbeelding 37. Druk op
Set F om het hoofdmenu voor macro's te kie-
zen.
M A I N M E N U
M A C R O
Afbeelding 37
3. In het volgende menu (afbeelding 38) drukt u
op Set F om een macro te gaan opnemen.
M A C R O
R E C O R D A M A C R O
Afbeelding 38
4. In het volgende menu (afbeelding 39) kiest u
de toets waarmee u later de macro weer
oproept. U kunt kiezen uit Power On 3 of
één van de speciale toetsen Macro U. Druk
E tot de toets waarop u de macro
op
⁄¤
wilt programmeren verschijnt. In dit voorbeeld
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 49
aan en
SAVING...
vier maal midden in de
(hoofdmenu – afbeelding
E zodat
⁄