Bediening
Opmerkingen:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer
er een digitaal signaal aanwezig is en ze zetten
een analoog ingangssignaal niet naar een digitaal
uitgangssignaal om, noch veranderen zij het for-
maat van het digitale signaal (b.v. Dolby Digital
naar PCM of vice versa, maar coax digitale signa-
len worden naar optisch omgezet en omgekeerd).
Bovendien dient de digitale recorder compatibel te
zijn met het uitgangssignaal. Voorbeeld: het PCM
digitale uitgang van een CD-speler kan opgeno-
men worden op een CD-R of MiniDisc, maar Dolby
Digital of DTS-signalen niet.
• Het maken van een analoge opname van een
digitale bron is mogelijk, maar alleen van een
PCM bron (geen Dolby Digital of DTS) en alleen
correct wanneer 'Surround Off' is gekozen. Met
elke andere Surround functie worden alleen de
front L/R signalen naar de opname gestuurd.
Instelling Uitgangsniveau
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt
ingesteld met behulp van het testsignaal, als
beschreven op pagina 26. In sommige gevallen
echter, is het wenselijk om de weergaveniveaus
aan te passen aan de diverse programma's waar
u bekend mee bent. Bovendien, het uitgangsni-
veau voor de subwoofer en die voor de stereo-
functies kan alleen in deze procedure worden
gecorrigeerd. Denk er aan dat alle instellingen
gemaakt met een bepaalde ingang effectief zul-
len zijn op alle ingangen, net als het geval is met
de instelling gemaakt met het testsignaal.
Om de weergaveniveaus aan programma's aan te
kunnen passen, dient eerst de surroundfunctie
waarin u de luidsprekers wilt afstellen (zie opmer-
king hieronder) gekozen te worden. Start vervol-
gens het door u gekozen programma en stel, met
volume dî het referentie niveau voor de
front luidsprekers links en rechts in.
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld,
drukt u op kanaalkeuze C Ù waarop
verschijnt in de Onderste
FRONT L LEVEL
Displayregel ˜. Om het niveau te veranderen
drukt u eerst op instellen F@ en vervolgens
gebruikt u de insteltoetsen 7$ of
om het niveau te verhogen of te verlagen.
Gebruik NIET de volumeregelaar, want dit zal de
referentie instelling wijzigen. Druk op de toets
instellen F @, zodra de wijziging doorge-
voerd is en druk vervolgens op de insteltoetsen
E om de locatie van zonodig
7$ of
⁄ ¤
een ander kanaal dat u wenst aan te passen, te
kiezen. Om het niveau van de subwoofer aan te
passen, drukt u op de insteltoetsen 7$ of
E tot de aanwijzing
WOOFER LEVEL
⁄ ¤
in de display ˜ of op de in-beeld display ver-
schijnt (alleen van toepassing indien de subwoof-
er geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in
de display ˜ en in beeld verschijnt, op instel-
len F@ en volg de instructies op.
40 BEDIENING
Herhaal deze procedure zonodig om alle kanalen
in te stellen. Wanneer alle instellingen zijn
gemaakt en gedurende vijf seconden worden
geen correcties meer gemaakt keert de AVR terug
naar normaal gebruik.
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang
dan ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het
menu systeem 'volledig in-beeld display'. Stel
allereerst met volume ıdî op een plezie-
rig geluidsniveau in. Druk vervolgens op
in-beeld display L om in het hoofdmenu
(Afb.1) te komen. Druk daarna
MASTER MENU
op
four times until the on-screen
¤
regel
MANUAL SETUP
kies de regel
CHANNEL ADJUST
Set F om het
CHANNEL ADJUST
(afbeelding 12) te activeren.
* C HANNEL ADJ UST *
→
F L :
0 dB
C E N :
0 dB
F R :
0 dB
S R :
0 dB
T E S T TONE
: AUTO
L E V EL RESE T:
L E V EL TRIM :
E Z S ET SETT INGS:
B A C K TO MA NUAL SETUP
Figure 12
Zodra het menu verschijnt wordt het testsignaal
uitgeschakeld. Op die manier kan ook een exter-
ne test-CD of ander bronmateriaal als testsignaal
worden gebruikt. Gebruik vervolgens
om de kanalen te kiezen die u wilt corrigeren.
Gebruik bij elk kanaal de
het uitgangsniveau te wijzigen.
Onthoud wanneer u een disc met een testsignaal
gebruikt (b.v. roze ruis) of een externe testgene-
rator, dat het er om gaat alle kanalen op de luis-
terpositie met gelijke sterkte te horen, ongeacht
welke surround functie is gekozen. Gebruikt u
een gewone disc met muziek als testsignaal dan
kunt u het niveau van elk kanaal naar eigen
inzicht instellen, en u kunt bijvoorbeeld het cen-
trum kanaal wat zachter zetten of de achter
kanalen wat luider omdat u deze in bepaalde
E
omstandigheden wat te zacht vindt.
⁄ ¤
Wanneer u alle niveaus terug wilt zetten in de
fabrieksinstelling en 0 dB offset, drukt u op
E tot de in-beeld cursor naast
staat en u drukt op
RESET
(aan) oplicht. Nadat de niveaus zijn terugge-
ON
zet hervat u de procedure om de gewenste
niveau instellingen te maken. Wanneer alle aan-
passingen gerealiseerd zijn, drukt u op
om de cursor
›
in beeld naar de positie
TO MANUAL SETUP
plaatsen, en druk om in het hoofdmenu andere
aanpassingen te maken op instellen F. Indien
u geen verdere aanpassingen wenst te maken,
dan drukt u op de toets in-beeld display L
om het menusysteem te verlaten.
www.audiodna.sk
Opmerking: de uitgangsniveaus kunnen voor
iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon-
derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus
voor een specifieke functie wenst, kies dan die
functie en volg stapsgewijs bovengenoemde
instructies. Voor de stereofuncties is de hierboven
beschreven procedure de enige manier om het
uitgangsniveau van de stereofunctie aan te passen
aan die van de andere functies.
Dimmer
Daar de AVR vaak gebruikt zal worden bij het
bekijken van films of videoprogramma's en met
naast de
›
staat. Druk op Set F
gedimd licht, kan het wenselijk zijn de lichtsterk-
te van de display en de indicaties op de voorzijde
en weer op
te dimmen zodat zij het kijken niet storen. U kunt
menu
de displays dimmen als aangegeven op pagina
41, of de lichtsterkte direct met de afstandsbe-
diening regelen.
SBR:
0 dB
Druk eenvoudig op Dimmer D om het front
SBL:
0 dB
SL :
0 dB
tot de helft van de normale sterkte te dimmen;
SUB:
0 dB
nogmaals indrukken om de displays uit te schake-
OFF
MAN
OFF
ON
len. Denk er aan dat wanneer de displays gedimd
GLOBAL
of uitgeschakeld zijn, de blauwe verlichting rond
OFF
ON
Standby/In 3 verlicht blijft om aan te geven
dat de AVR nog aan staat.
De indicatie in de Volumeregelaar ı blijft
normaal branden en dimt niet wanneer de dis-
plays op halve sterkte branden.
Denk er aan dat alle wijzigingen van de verlich-
E
⁄ ¤
ting tijdelijk zijn; de displays keren terug naar
normale sterkte zodra de AVR uit en weer inge-
E toetsen om
/
‹
›
schakeld wordt. Om zonder uitschakelen naar de
normale sterkte terug te keren drukt u zo vaak op
Dimmer D als nodig is om weer de normale
sterkte te bereiken.
Naast het dimmen of uitschakelen van de dis-
plays kan de display automatisch weer oplichten
zodra een toets op de afstandsbediening of de
voorzijde wordt ingedrukt, om na een vaster
periode weer te doven. U doet dat door de juiste
instellingen te maken op de regel
TIME OUT
men, als aangegeven op pagina 41.
Geheugenbeveiliging
⁄ ¤
Dit product is uitgerust met een geheugenbeveili-
LEVEL
ging die de opgeslagen zenders van de tuner en
E zodat
/
‹
›
de systeemconfiguratie vasthoudt als het appa-
raat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit
het stopcontact wordt genomen of wanneer de
netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca. 2
E
⁄ ¤
weken behouden; daarna dient alle informatie
BACK
opnieuw te worden ingevoerd.
(terug naar menu) te ver-
VFD FADE
van het
ADVANCED SELECT