Bediening
• De MP3 DSP functie op de nieuwe AVR vereist
MP3 SPDIF stream. Op het moment wordt dit
slechts door een paar apparaten geboden, maar
komende generaties moederborden en opwaarde-
ringen van besturingssystemen zullen volgen, daar
SPDIF de standaard is voor audio & video hardware.
• Het digitale audio ingangssignaal kan zowel
optisch als coax zijn, maar het signaal dient in het
MP3 SPDIF formaat te staan. Directe verbinding van
USB of seriële data worden niet afgegeven, ook niet
wanneer de signalen in het MP3 formaat staan.
Heeft u vragen over de data output van uw compu-
ter of de geluidskaart, raadpleeg dan de handleiding
daarvan, of neem contact op met de leverancier.
• Wanneer de digitale uitgang van de geluidskaart
van uw computerniet rechtstreeks op de AVR kan
worden aangesloten of niet geschikt is voor MP3
kunt u een extra externe omzetter gebruiken,
zoals die van Harman Kardon leverbaar zijn om
de USB uitgang van een computer om te zetten in
een formaat dat bruikbaar is in de AVR. Uw leve-
rancier kan u hierover meer vertellen.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een
digitale bron correct op de AVR te zijn aangeslo-
ten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD-spe-
lers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en CD-
spelers aan op de optische of coax ingangen
UV*Ó op de achterzijde of de voorzijde aan.
Om ook analoog te kunnen opnemen, dienen de
analoge uitgangen van de digitale bron te worden
verbonden met de juiste ingangen op de achterzij-
de van de AVR (voorbeeld: sluit de analoge stereo
uitgang van een DVD-speler aan op de DVD-
ingang 5 op de achterzijde als u de digitale uit-
gangen van de bron aansluit).
Om een digitale bron als DVD te kiezen, kiest u
eerst met de afstandsbediening of op het front de
ingang met ingangskeuze 4% als eerder uit-
gelegd om het videosignaal (indien aanwezig) naar
de TV monitor te sturen en het analoge audiosig-
naal voor opname beschikbaar te hebben. Wanneer
het digitale signaal dat is toegewezen aan de geko-
zen ingang (b.v. 'DVD') niet automatisch wordt
gekozen (door eerder gemaakte instellingen tijdens
het configureren, zie pagina 21) kiest u de digitale
bron door op digitale ingangskeuze G Ú te
D op de afstandsbediening of
drukken en
/
⁄
¤
de insteltoetsen 7$ op de voorzijde om de
of
ingangen te kiezen,
OPTICAL
COAXIAL
zoals deze in de Bovenste Displayregel ˜ of
de in-beeld display verschijnen.
Speelt een digitale bron, Speelt een digitale bron,
dan zal de AVR automatisch signaleren of een meer-
kanaals Dolby Digital dan wel een DTS of een
HDCD, MP3 of conventioneel PCM signaal wordt
toegevoerd, wat de standaard is bij CD-spelers.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax)
verbonden blijft met de analoge ingang (b.v. DVD)
zodra het is gesignaleerd, zodat het digitale sig-
naal niet opnieuw gekozen hoeft te worden tel-
kens wanneer een bepaalde ingang, bijvoorbeeld
DVD, wordt gekozen.
38 BEDIENING
Digital Bitstream Indicatie
Wanneer een digitale bron speelt, signaleert de AVR
het type bitstream data dat aanwezig is. Gebruik
makend van deze informatie wordt de juiste sur-
roundfunctie automatisch gekozen. Voorbeeld: DTS
bitstreams laten het apparaat naar de DTS decoder
omschakelen, en Dolby Digital bitstreams zorgt voor
omschakeling op de Dolby Digital decoder.
Signaleert het apparaat PCM data van CD's en LD's
en sommige muziek DVD's of bepaalde nummers
op normale DVD's, dan kan de juiste surroundfunc-
tie met de hand worden gekozen. Daar de beschik-
bare surroundfuncties worden bepaald van het type
digitale data, maakt de AVR gebruik van een aantal
indicaties waaraan u kunt zien om wat voor signaal
het gaat. Dit verheldert de keuze van functies en
ingangen afhankelijk van het materiaal op de disc.
Bij het afspelen van een digitale bron geeft de
AVR aan om welk type bitstream het gaat. Deze
aanwijzingen verschijnen kort nadat een ingang of
surround functie is veranderd en blijft ca. vijf
seconden in de display ˜ staan waarna de
gebruikelijke surround functie weer verschijnt.
Voor Dolby Digital en DTS bronnen verschijnt een
driecijferige indicatie met het aantal kanalen in
het signaal. Voorbeeld van de indicatie is 3/2/.1.
Het eerste cijfer geeft aan hoeveel discrete front
kanalen aanwezig zijn.
• Een 3 geeft aan dat er gescheiden front links,
centrum en rechts signalen beschikbaar zijn. Dit
wordt aangegeven bij Dolby Digital 5.1 en DTS
5.1 programma's.
• Een 2 geeft aan dat er gescheiden front links en
rechts signalen aanwezig zijn, maar geen dis-
creet centrum kanaal. Dit wordt aangegeven
voor Dolby Digital bitstream met stereo pro-
grammamateriaal.
• Een 1 geeft aan dat er alleen een monosignaal
in het Dolby Digital bitstream aanwezig is.
Het middelste cijfer geeft aan hoeveel discrete sur-
round signalen aanwezig zijn.
• A "3" tells you that separate, discrete left sur-
round, center surround and right surround sig-
nals are present. This is available only on discs
with DTS-ES digital audio.
• Een 2 geeft aan dat gescheiden surround links
en rechts beschikbaar zijn. Wordt aangegeven
voor Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma's.
• Een 1 geeft aan dat slechts één enkel surround
kanaal gecodeerd is. Dit verschijnt bij Dolby
Digital bitstream met matrix codering.
• Een 0 geeft aan dat er geen surround informatie
aanwezig is. Dit verschijnt bij tweekanaals ste-
reoprogramma's.
www.audiodna.sk
Het laatste cijfer geeft aan of er een discreet Low
Frequency Effect (LFE) kanaal aanwezig is. Dit is de
".1" in de algemeen gebruikte afkorting "5.1" en
is een speciaal kanaal dat alleen maar laag bevat.
• Een 1 geeft aan dat een LFE kanaal aanwezig is.
Verschijnt bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 pro-
gramma's indien aanwezig.
• Een 0 geeft aan dat er geen LFE kanaal beschik-
baar is. Ook al is er echter geen LFE kanaal, toch
zal er laagfrequent materiaal in de subwoofer
aanwezig zijn wanneer de luidspreker configura-
tie is ingesteld op de aanwezigheid van een
subwoofer.
• The information in the right side of the display
will tell you if the digital audio data contains a
special flag signal that will automatically activate
the appropriate 6.1 or 7.1 mode. This will be
shown as EX-ON or EX-OFF for Dolby Digital bit-
streams and ES-ON or ES-OFF for DTS bitstreams.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 signa-
len worden afgespeeld schakelt de AVR automa-
tisch naar de juiste surround functie en kan geen
andere bewerking worden gekozen. Wanneer een
Dolby Digital signaal met 3/1/0 of 2/0/0 signaal
binnenkomt kunt u elke gewenste Dolby surround
functie kiezen.
Het is altijd verstandig de uitlezing van de kanaal-
gegevens te controleren om er zeker van te zijn
dat die overeenkomt met de audio logo informatie
op de achterzijde van de DVD verpakking. Soms
ziet u een indicatie als "2/0/0/" zelfs op discs met
een compleet 5.1 of 3/2/.1 signaal. In dat geval is
het belangrijk de instellingen van uw DVD-speler
of het audiomenu voor de spelende disc te contro-
leren om er zeker van te zijn dat het juiste signaal
naar de AVR wordt gestuurd.
Luidspreker/Kanaal Indicaties
Naast de signaaltype indicaties biedt de
AVR een stel unieke kanaal indicaties die u vertel-
len hoeveel kanalen in de digitale informatie ont-
vangen worden en of het digitale signaal onder-
broken wordt.
Deze indicaties zijn de L/C/R/LFE/SL/SR/SBL/SBR
letters die in de hokjes bij de Luidspreker/
kanaal indicaties Ú in de display ˜ staan.
Wanneer een standaard analoog stereo of matrix
surround signaal actief is, lichten alleen "L" en
"R" op, daar analoge signalen alleen links en
rechts bevatten.