4. Trek de peilstok tevoorschijn en controleer
het peil.
5. Als de olie dichter bij het MIN-streepje ligt,
dient u 0,5 liter bij te vullen. Als de olie daar
ver onder staat, moet u wellicht meer bij-
vullen.
6. Als u het peil daarna nogmaals wenst te
controleren, moet u dat na enige tijd rijden
doen. Herhaal vervolgens de stappen 1–4.
WAARSCHUWING
Vul nooit bij tot boven de MAX-aanduiding.
De olie mag nooit boven MAX of onder
MIN staan om motorschade tegen te gaan.
WAARSCHUWING
Mors geen olie op het hete uitlaatspruitstuk,
omdat er gevaar voor brand bestaat.
2
Geldt alleen voor 5-cil. dieselmodel.
3
Bij motoren met elektronische oliepeilaanduiding ontbreekt de peilstok (5-cil. diesel).
Voor motoren met elektronische
2
oliepeilsensor
3
Vulpijp.
U hoeft het motoroliepeil niet aan te passen,
voordat er een melding op het display ver-
schijnt, zie onderstaande afbeelding.
09 Onderhoud en service
Oliën en vloeistoffen
Melding en grafische weergave op display.
Melding
Motoroliepeil
Wanneer de motor afgezet is, kunt u het duim-
wiel gebruiken om het oliepeil te laten contro-
leren door de elektronische peilaanduiding, zie
pagina 70.
WAARSCHUWING
Bij het verschijnen van de melding
Service vereist
een werkplaats opzoeken.
Het oliepeil is mogelijk te hoog.
09
Oliepeil
237