Download Print deze pagina

Voordat U Met Werkzaamheden Begint; Regelmatig Controleren; Onderhoud - Volvo V50 2011 Instructieboekje

Advertenties

Voordat u met werkzaamheden begint

Startaccu
Controleer of de accukabels op de juiste
manier zijn aangesloten en stevig vastzitten.
Ontkoppel de accu nooit terwijl de motor loopt
(bij het vervangen van de accu bijvoorbeeld).
Gebruik nooit een snellader voor het opladen
van de accu. Zorg dat de accukabels zijn ont-
koppeld tijdens het opladen.
De accu bevat een zuur dat zowel giftig als
corrosief is. Het is daarom van belang dat u de
accu op een milieubewuste manier verwerkt.
Neem hiervoor contact op met de erkende
Volvo-werkplaats.
WAARSCHUWING
De spanning en het vermogen van het ont-
stekingssysteem zijn zeer hoog. De span-
ning in het ontstekingssysteem is levensge-
vaarlijk. De ontsteking moet daarom altijd
zijn uitgeschakeld bij werkzaamheden in de
motorruimte.
Raak geen bougies of bobines aan als de
ontsteking is ingeschakeld of als de motor
warm is.
Auto omhoogbrengen
N.B.
Volvo adviseert u alleen de krik te gebruiken
die bij de auto hoort. Volg bij gebruik van
een andere krik dan door Volvo geadviseerd
de gebruiksaanwijzingen die bij deze krik
werden geleverd.
Als u de auto met een garagekrik omhoog-
brengt, moet u de krik tegen de voorkant van
het subframe van de motor aanbrengen.
Zorg dat de spatplaat onder de motor niet
beschadigd raakt. Let erop dat u de garagekrik
dusdanig aanbrengt, dat de auto er niet van af
09 Onderhoud en service
kan glijden. Maak altijd gebruik van steunbok-
ken of vergelijkbare hulpmiddelen.
Als u de auto met een tweekoloms hefbrug
omhoogbrengt, moet u ervoor zorgen dat de
voorste en achterste dragerarmen onder de
steunpunten komen te zitten. Zie voorgaande
afbeelding.

Regelmatig controleren

Controleer regelmatig het volgende, bijvoor-
beeld bij het tanken:
Koelvloeistof – De vloeistof moet tussen
het MIN- en MAX-streepje op het expan-
siereservoir staan.
Motorolie – De olie moet tussen het MIN-
en MAX-streepje staan.
Stuurbekrachtigingsvloeistof – De vloeistof
moet tussen het MIN- en MAX-streepje
staan.
Ruitensproeiervloeistof – Het reservoir
moet goed gevuld zijn. Vul bij temperatu-
ren rond het vriespunt sproeiervloeistof
met antivries bij.
Rem- en koppelingsvloeistof – De vloeistof
moet tussen het MIN- en MAX-streepje
staan.

Onderhoud

09
231

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C70 2012C70 2011