N.B.
Plaats/bewaar de transpondersleutel niet in
de buurt van een mobiele telefoon of meta-
len voorwerpen. Houd een minimale afstand
aan van 10-15 cm.
Als er desondanks toch storingen optreden,
moet u de transpondersleutel en het sleutel-
blad op de normale manier gebruiken, zie
pagina 132.
Vergrendelen
Bij auto's met Keyless drive-systeem zit er een
knop op de buitenhandgreep van de portieren.
U kunt de portieren en de achterklep als volgt
vergrendelen, wanneer de transpondersleutel
zich binnen het dekkingsgebied van de sys-
teemantennes bevindt:
–
Druk op de vergrendelingsknop op een van
de portierhandgrepen.
Alle portieren moeten zijn gesloten, voordat u
op de vergrendelingsknop drukt. Anders vindt
er geen vergrendeling plaats.
Bij het vergrendelen van de auto komen de
vergrendelingsknoppen aan de binnenkant van
de portieren omlaag.
N.B.
Bij een auto met een automatische versnel-
lingsbak en het Keyless drive-systeem dient
de keuzehendel in stand P te worden gezet
en de startknop naar stand 0 te worden
gedraaid, aangezien de auto anders niet kan
worden vergrendeld of op alarm kan worden
gezet.
Ontgrendelen
Wanneer de transpondersleutel zich binnen het
dekkingsgebied van de systeemantennes
bevindt:
1. Open de portieren door aan de portier-
handgrepen te trekken.
05 Sloten en alarm
Keyless drive*
2. Open de achterklep door de openingsknop
op de achterklep onderhands in te drukken
en de achterklep op te tillen.
Als de Keyless-functie van de transponder-
sleutel om wat voor reden dan ook niet werkt,
kunt u de auto ontgrendelen met de ontgren-
delingsknop op de transpondersleutel, zie
pagina 132.
Elektrisch bedienbare stoel –
geheugenfunctie van transpondersleutel
Als meerdere personen met elk hun eigen
transpondersleutel met Keyless-functie in de
auto stappen, neemt de bestuurdersstoel de
stand in die de persoon die als eerste een por-
tier opent heeft gekozen.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
05
137