07 Wielen en banden
Gevarendriehoek* en reservewiel*
Gevarendriehoek
Volg de geldende bepalingen voor het gebruik
van een gevarendriehoek*. Zet de gevarendrie-
hoek op een passend punt achter de auto op
om achteropkomend verkeer tijdig te waar-
schuwen.
1. Haal de houder met de gevarendriehoek
los die met klittenband vastzit. Neem de
07
gevarendriehoek uit de houder.
2. Klap de steunpoten van de gevarendrie-
hoek uit.
Zorg dat de houder met de gevarendriehoek na
gebruik stevig in de bagageruimte vastzit.
*
210
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Reservewiel* en krik*
Originele krik*
Gebruik de originele krik alleen voor het ver-
wisselen van banden. Houd de schroef van de
krik altijd goed ingevet. U vindt het reserve-
wiel* met krik* en wielsleutel* onder de vloer in
de bagageruimte.
N.B.
Volvo adviseert u alleen de krik te gebrui-
ken* die bij de auto hoort, zoals aangegeven
op de kriksticker.
Op de sticker staat tevens de maximale hef-
capaciteit bij de vermelde minimale hef-
hoogte.
Reservewiel erbij nemen
1. Pak de vloermat aan de achterzijde beet en
klap deze naar voren toe op.
2. Haal het reservewiel los en til het naar bui-
ten.