06 Starten en rijden
Tanken
Tankvulklep openen
Vergeet niet de standverwarming op brandstof uit
te schakelen alvorens te tanken!
Open de tankvulklep met de knop op het ver-
lichtingspaneel (zie pagina 66). De klep kan niet
06
worden geopend wanneer de motor loopt. De
tankvulklep zit op het rechter achterspatbord.
Sluiten
Duw de klep dusdanig in dat u die hoort klik-
ken.
Tankdop
1. Draai de tankdop zo ver los dat u een merk-
bare weerstand voelt.
152
2. Draai de dop tot aan de aanslag voorbij de
weerstand.
3. Trek de dop uit de vulopening.
4. Hang hem aan de binnenkant van de tank-
vulklep op.
N.B.
Plaats de tankdop na het tanken terug.
Draai de dop zo ver dicht dat u een of meer
duidelijke klikken hoort.
Brandstof tanken
Giet de tank niet te vol door het vulpistool na
de eerste afslag uit de vulopening te halen.
N.B.
Een te volle tank kan bij warm weer overlo-
pen.
Gebruik geen brandstof met een slechtere
kwaliteit dan aangegeven, omdat dit een nade-
lige invloed kan hebben op het motorvermogen
en het brandstofverbruik (zie het volgende
hoofdstuk Brandstof voor meer informatie).
Algemene informatie over brandstof
WAARSCHUWING
Zorg altijd dat u geen brandstofdampen
inademt of brandstofspatten in de ogen
krijgt.
Bij brandstof in de ogen eventuele contact-
lenzen uitnemen en de ogen ten minste 15
minuten lang spoelen met een ruime hoe-
veelheid schoon water en medische hulp
inroepen.
Brandstof nooit inslikken. Brandstoffen
zoals benzine, bio-ethanol, mengsels ervan
en dieselolie zijn uitermate giftig en kunnen
bij inwendig gebruik aanleiding geven tot
blijvend letsel met mogelijk dodelijke afloop.
Roep onmiddellijk medische hulp in bij het
inslikken van brandstof.
WAARSCHUWING
Gemorste brandstof kan door de hete uit-
laatgassen ontvlammen.
Schakel voordat u gaat tanken de standver-
warming op brandstof uit.
Schakel voordat u gaat tanken uw mobiele
telefoon uit. De beltoon kan aanleiding
geven tot vonkvorming en daarbij de brand-
stofdampen ontsteken met gevaar voor
brand en verwondingen.