Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

62 Hoogvoltsysteem ›

Laadkabel

Indien het laadproces niet start of weer wordt af-
gebroken, de hulp van een specialist inroepen.
Snelladen met gelijkstroom is niet mogelijk
Er wordt een melding weergegeven dat snelladen
niet mogelijk is.
De hoogvoltaccu met wisselstroom laden.
De hulp van een specialist inroepen.
Laadtijd wordt langer
Indien de hoogvoltaccu na het rijden te warm is, kan
de laadstroom bij het aansluitend laden worden ver-
minderd om de hoogvoltaccu tegen oververhitting te
beschermen. Hierdoor wordt de laadtijd langer.
Resterende laadtijd weergeven
Bij het laden wordt op het display van het instrumen-
tenpaneel resp. in de ŠKODA Connect applicatie een
laadtijd van maximaal 10,5 uur weergegeven.
Indien het laden plaatsvindt via een standaard net-
stopcontact of als de laadtijd om technische redenen
wordt verlengd, kan de laadtijd meer dan 10,5 uur
bedragen. In dit geval begin de laadtijd pas af te tel-
len als de resterende laadtijd onder 10,5 uur is ge-
daald.
Laadkabel
Waarop letten
Wij adviseren alleen laadkabels te gebruiken die door
ŠKODA AUTO worden geleverd. Hierbij is de be-
trouwbaarheid en correcte werking gegarandeerd.
WAARSCHUWING
Gevaar voor kortsluiting en ernstig of dodelijk letsel!
Voor het opladen van de hoogvoltaccu alleen een
geschikte laadkabel gebruiken.
LET OP
De laadkabel regelmatig door een hiervoor gekwa-
lificeerde Master technician laten controleren.
Aanwijzingen voor het werken met de laadkabel
De delen van de laadkabel tegen ongewenste be-
lasting, bv. er overheen rijden, vallen, trekken, knik-
ken of buigen over scherpe randen lopen, bescher-
men.
Bij het lostrekken van het stopcontact of van het
laadapparaat niet aan de kabel, maar alleen aan de
stekker trekken.
Na het gebruik van de laadkabel de beschermkap-
pen aanbrengen.
De onderdelen van de laadkabel beschermen tegen
intensieve zonnestraling (de buitentemperatuur
mag 50 °C niet overschrijden).
De onderdelen van de laadkabel niet in water dom-
pelen en tegen sneeuw en ijs beschermen.
Bij het rijden in het buitenland
Controleer of uw laadkabel geschikt is voor de laad-
procedure in het betreffende land.
In Noorwegen zijn de elektrische systemen bij-
voorbeeld gebaseerd op andere technische specifi-
caties dan in andere Europese landen.
Werking
Laadkabeltypes
Laadkabel voor laadstations (Mode 3).
Laadkabel voor netstopcontacten (Mode 2).
Laadkabel voor laadstations (Mode 3)
maximale laadstroom van 16A of 32A.
Bij sommige laadstations die laden met een laad-
stroom van 32 A aanbieden, is het laden met een ka-
bel bedoeld voor het laden met een laadstroom van
16 A niet mogelijk.
Laadkabel voor netstopcontacten (Mode 2)
De laadkabel kan worden gebruikt voor het laden
met standaard netstopcontacten.
Regelbox (Mode 2)
Door de regelbox is de laadstekker zo lang stroom-
loos tot deze in het laadstopcontact van de wagen
wordt gestoken.
Wanneer de laadkabel op het netstopcontact wordt
aangesloten, voert de regelbox automatisch een zelf-
test uit. Hierbij gaan alle waarschuwings- en contro-
lelampjes kort branden en gaan na elkaar uit.
Vervolgens wordt de actuele bedrijfsmodus weerge-
geven.
Overzicht van de kabelregelbox
De laadkabel kan worden
gebruikt om wagens met
wisselstroom (AC) op te
laden bij openbare laad-
stations die niet beschik-
ken over een geïnte-
greerde laadkabel.
Afhankelijk van de wa-
genuitrusting en het
laadkabeltype kan wor-
den geladen met een
Controlelampje
A
netstekker (aange-
sloten op het net-
stopcontact)
Controlelampje re-
B
gelbox
Controlelampje
C
wagen
Waarschuwings-
D
lampje

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave