32 Verlichting, ruitenwissers en -sproeiers ›
LET OP
Een verontreiniging van het halogeenlampje verkort
de levensduur van het lampje!
Het lampenglas van het gloeilampje niet met de
▶
vingers aanraken.
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de koplamp door bin-
nendringen van water en vuil!
De beschermkap na het vervangen van gloeilamp-
▶
jes altijd correct op de lamp aanbrengen.
Voorwaarden voor het vervangen van
gloeilampjes
✓ Contact uitgeschakeld.
✓ Licht uitgeschakeld.
Dim- en grootlicht
Koplamp links
vastzetten.
›
De beschermkap weer op de lamp aanbrengen.
Gloeilampjes vervangen
Beschermkappen op de
koplamp:
Dimlicht
A
Grootlicht
B
›
De bijbehorende be-
schermkap verwijde-
ren.
›
De sokkel met het
gloeilampje draaien en
verwijderen.
›
Het gloeilampje uit de
sokkel verwijderen.
›
Een nieuw gloeilampje
zo in de sokkel aan-
brengen, dat de fixeer-
nok
in de uitsparing
A
in het gloeilampje valt.
›
De sokkel met het
gloeilampje in de lamp
aanbrengen en door
draaien in richting
Knipperlicht voor
Koplamp links
dat de geleidenokken op de sokkel in lijn liggen
met de overeenkomstige openingen in de lamp.
›
De sokkel door draaien in richting
Mistlampen
Om bij het gloeilampje te komen, moet de spatplaat
worden losgemaakt.
Spatplaat losmaken
Sokkel voor knipper-
A
licht
›
De sokkel met het
gloeilampje draaien en
verwijderen.
›
Het defecte gloeilamp-
je in de sokkel draaien
en verwijderen.
›
Een nieuw gloeilampje
in de sokkel schuiven
en het gloeilampje
door draaien in richting
vastzetten.
›
De sokkel met het
nieuw gloeilampje in de
lamp aanbrengen, zo-
vastzetten.
›
De bouten
losdraai-
A
en.