8. Het product servicen en
onderhouden
Pompen met inlaatflens DN 100 of DN 150
(drukbereik S en H) in rechtop staande
positie voldoen niet aan de stabiliteitseisen
van norm EN 809 (stabiel bij kanteling tot
een hoek van 10 graden). Gebruik een
servicestandaard ter ondersteuning van de
pomp.
Productnummer voor servicestandaard
Inlaatflens formaat DN 100: 98669229.
Inlaatflens formaat DN 150: 98669251.
WAARSCHUWING
De pomp kan omvallen
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Tijdens onderhoud en reparatie, incl.
het transport naar de werkplaats, dient
de pomp altijd ondersteund te worden
d.m.v hijskettingen of plaatst u de pomp
in horizontale positie om de stabiliteit te
waarborgen.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Voordat u met werkzaamheden aan het
product begint, dient u er zeker van te
zijn dat de elektriciteitstoevoer is uitge-
schakeld en niet per ongeluk kan wor-
den ingeschakeld.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Zorg ervoor dat de pomp is geaard.
Onderhouds- en servicewerkzaamheden
aan explosieveilige pompen dienen te wor-
den uitgevoerd door Grundfos of door een
door Grundfos aangewezen werkplaats.
Open de pomp niet wanneer de omrin-
gende atmosfeer explosief of stoffig is.
Onderhoud en service moeten door gekwalificeerd
personeel worden uitgevoerd.
Zorg dat de pomp grondig is doorgespoeld met
schoon water voordat wordt begonnen met onder-
houds- of servicewerkzaamheden. Spoel de pom-
ponderdelen schoon na demontage.
Pompen die normaal in bedrijf zijn dienen elke 2000
bedrijfsuren te worden geïnspecteerd, of ten minste
eenmaal per jaar. Als de verpompte vloeistof modde-
rig of zanderig is, dient de pomp elke 1000 draaiuren
of elk half jaar gecontroleerd te worden.
Gebruik van een frequentieomvormer kan
de levensduur van de lagers en de asaf-
dichting verminderen, afhankelijk van de
bedrijfsmodus en andere omstandigheden.
22
Controleer het volgende:
•
stroomverbruik
•
peil van de motorvloeistof.
Als de pomp nieuw is of na vervanging van de asaf-
dichtingen: controleer het peil en het watergehalte
van de motorvloeistof na één week in bedrijf. Als het
peil van de motorvloeistof gedaald is, kan de asaf-
dichting defect zijn. Zie paragraaf
de
motorvloeistof.
Voer motorvloeistof af in overeenstemming
met de lokale voorschriften.
Hoeveelheid motorvloeistof
Aantal polen
2
4
6
•
Kabeldoorvoeren
Zorg ervoor dat de kabeldoorvoeren waterdicht
zijn en dat er geen knikken of beknellingen in de
kabels zitten. Zie paragraaf
•
Speling rondom de waaier
Controleer de speling rondom de waaier. Zie
paragraaf
8.2.1 De waaierspeling
•
Pomponderdelen
Controleer het pomphuis en andere onderdelen
op eventuele slijtage. Vervang defecte onderde-
len.
•
Kogellagers
Controleer de as op geluid of op zwaar lopen
(door de as met de hand te draaien). Vervang
defecte kogellagers. Een algehele revisie van de
pomp is doorgaans vereist in geval van defecte
kogellagers of een slecht werkende motor. Deze
werkzaamheden dienen door een erkend service-
bedrijf te worden uitgevoerd.
De kogellagers moeten ten minste elke
25.000 bedrijfsuren vervangen worden.
8.1.1 Controle van
SE
SL
[ltr]
[ltr]
12,8
4,5
12,8
4,5
14,1
5,4
5.2
Kabelgegevens.
bijstellen.