4.1 Fundering
Pompfunderingen voor pompen boven 15 kW
Alle draaiende apparatuur wekt trillingen op wanneer
een waaier of rotor op hoge snelheid draait. Het cor-
rect installeren en verankeren van de pompen en
installatieaccessoires is cruciaal om trillingen te
beperken en voor een betrouwbare installatie:
•
De fundering en het beton moeten sterk genoeg
zijn om het gewicht van de pomp, inclusief toebe-
horen, en het gewicht van de vloeistof die door
de pomp stroomt te dragen en de krachten die
worden gegenereerd door de pomp te weerstaan.
•
De massa van de betonnen fundering moet ten
minste drie- tot vijfmaal de massa van de onder-
steunde apparatuur hebben en voldoende stijf
zijn om de axiale, transversale en torsiekrachten
die door deze machines worden gegenereerd te
kunnen weerstaan.
•
De fundering moet 15 cm breder zijn dan de voet-
plaat voor pompen tot 350 kW en 25 cm breder
voor grotere pompen.
•
Het in de fundering gebruikte beton moet
beschikken over een minimale trekkracht van
2
250 N/cm
.
•
Gebruik altijd epoxycement om de voetplaat van
de pomp aan de fundering te bevestigen.
Pompen met DN 250 of DN 300 flenzen
moeten worden opgesteld op een beton-
nen fundatie. Zie afb. 5.
Afb. 5
Droge, verticale opstelling op verticaal
voetstuk (links) en op betonnen funde-
ring (rechts)
10
4.2 De ALPHA2 monteren
Opstel-
Beschrijving
lingstype
Afvalwater-
pomp zonder
koelmantel voor
S
verticale, onder-
gedompelde
installaties
Afvalwater-
pomp met koel-
mantel voor ver-
C
ticale,
ondergedom-
pelde installa-
ties
Afvalwater-
pomp met koel-
D
mantel voor
droge verticale
opstelling
Afvalwater-
pomp met koel-
H
mantel voor
droge horizon-
tale installaties
Installatie en
accessoires
Permanente
installatie op auto-
koppeling
Tijdelijke installa-
tie op ringstan-
daard
Permanente
installatie op auto-
koppeling
Tijdelijke installa-
tie op ringstan-
daard
Permanente
installatie op voet-
stuk
Permanente
installatie op voet-
plaat
Permanente
installatie op voet-
stuk voor horizon-
tale opstelling