Kabelgegevens; Sensoren - Grundfos SE Installatie- En Bedieningsinstructies
9-30 kw
Verberg thumbnails
Zie ook voor SE:
- Installatie- en bedieningsinstructies (45 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (26 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (50 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Controleer de volgende bedrijfscondities als de
pomp wordt bedreven via een frequentie-omvormer:
•
Het koppel bij geblokkeerde rotor kan lager zijn,
afhankelijk van het type frequentie-omvormer.
•
De geluidsproductie kan toenemen. Raadpleeg
de installatie- en bedieningsinstructies van de
gekozen frequentie-omvormer.
Maximale her-
haalde piekspan-
ning
[V]
850
Gebruik van een frequentieomvormer kan
de levensduur van de lagers en de asaf-
dichting verminderen, afhankelijk van de
bedrijfsmodus en andere omstandigheden.
Lees het gegevensblad en de installatie- en
gebruiksinstructies van de gekozen frequen-
tie-omvormer voor meer informatie over het gebruik
van de frequentie-omvormer.
5.2 Kabelgegevens
Standaard H07RN-F
Buitendiameter
Kabeltype
2
[mm
]
min.
7 x 4 + 5 x 1,5
21,2
7 x 6 + 5 x 1,5
24,5
7 x 10 + 5 x 1,5
25,2
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
Buitendiameter
Kabeltype
2
[mm
]
min.
3 x 6 + 4 x 2,5 +
26,3
5 x 0,5
3 x 10 + 4 x 2,5
26,3
+ 5 x 0,5
3 x 16 + 4 x 4 +
26,3
5 x 0,5
Het minimale formaat van de aardgeleider
moet gelijk zijn aan, of groter zijn dan dat
van de fasegeleider.
18
Maximale dU/dt U
400 V
N
[V/μ sec.]
2000
Minimale
kabel
buigstraal
[mm]
max.
[mm]
22,8
70
26,1
80
26,8
110
Minimale
kabel
buigstraal
[mm]
max.
[mm]
28,3
90
28,3
120
28,3
140
De (bovenste) deksel van explosieveilige
pompen is voorzien van een externe aard-
klem om te zorgen voor een verbinding
met de aarde. In de elektrische installatie
moet een externe aansluiting van deze
klem naar de aarde zijn opgenomen. De
aardgeleider moet voldoen aan alle gel-
dende elektrische veiligheidsvoorschriften.
Voor installatie en het eerste opstarten van
de pomp, dient u de staat van de kabel te
controleren om kortsluiting te voorkomen.
5.3 Sensoren
De SE-/SL-pompen, 9-30 kW, kunnen worden voor-
zien van een reeks verschillende schakelaars en
sensoren ter beveiliging. De onderstaande tabel met
specificaties laat zien welke schakelaar- en sensor-
typen kunnen worden gebruikt.
De bedradingschema's van de diverse typen senso-
ren zijn weergegeven in paragraaf
de bijlage.
Schakelaar- en sensorspecificaties
Thermische schakelaars
of PTC
Vochtdetectieschakelaar
Lekschakelaar in lekka-
mer voor standaardmoto-
ren
Lekschakelaar in stator-
huis, voor Ex-motoren
Pt1000 in statorwikkeling
Pt1000 in bovenste lager
PT1000 in onderste lager
PVS3 trillingssensor
SM 113 module *
IO 113 module **
*
Voor pompen met twee voedingskabels moet de
SM 113 module apart worden besteld en worden
geïnstalleerd in de besturingskast.
** De IO 113 met communicatiefunctionaliteit moet
apart worden gekozen en besteld.
Sensor wiring
in
● ●
●
● ●
●
● ●
●
● ●
●
● ●
●
● ●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
● *
● *
● **
● **
Advertenties
Inhoudsopgave
