Het Product In Bedrijf Nemen; Het Product Opslaan - Grundfos SE Installatie- En Bedieningsinstructies
9-30 kw
Verberg thumbnails
Zie ook voor SE:
- Installatie- en bedieningsinstructies (45 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (26 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (50 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
6. Het product in bedrijf nemen
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Zorg ervoor dat de pomp is geaard.
Voordat de pomp voor de eerste keer
wordt gestart of na een lange periode van
stilstand, dient u te controleren of de pomp
is gevuld met de verpompte vloeistof.
Zorg ervoor dat de pomp gevuld is met
verpompte vloeistof.
Pompen in droge opstelling moeten wor-
den ontlucht via het ontluchtingsventiel in
het pomphuis.
Drooglopen is niet toegestaan.
Schakel de pomp onmiddellijk uit in de vol-
gende gevallen:
– abnormaal geluid
– abnormale trillingen
– verstopte waaier
– versleten lagers
– gesloten persklep
Probeer de pomp niet opnieuw in te scha-
kelen voordat de oorzaak is gevonden en
de storing is hersteld.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de zekeringen of schakel de netscha-
kelaar uit.
2. Controleer het peil van de motorvloeistof in de
koelkamer. Zie paragraaf
motorvloeistof.
3. Controleer of de waaier vrij kan draaien.
4. Controleer of de besturingsapparatuur, indien
toegepast, naar behoren werkt.
5. Zorg er bij pompen in ondergedompelde installa-
ties voor dat deze volledig in de vloeistof zijn
ondergedompeld.
6. Zorg er bij pompen in droge opstelling voor dat er
vloeistof aanwezig is in de put die de verpompte
vloeistof aanvoert.
7. Open de afsluiters, indien deze zijn aangebracht.
8. Controleer of het systeem is gevuld met vloeistof
en is ontlucht.
9. Controleer de instellingen van de niveauschake-
laars.
10. Schakel de pomp in en controleer de werking op
abnormaal geluid of trillingen.
11. Na de inschakeling moet zo goed mogelijk het
daadwerkelijke werkpunt van de pomp worden
vastgesteld om te kunnen controleren of aan de
gewenste bedrijfscondities wordt voldaan.
8.1.1 Controle van de
De pomp mag slechts gedurende korte tijd
ingeschakeld worden, niet ondergedom-
peld, om de draairichting te controleren.
Bedien de pomp altijd volgens bestaande procedu-
res met periodieke controle van de pompbewakings-
apparatuur en accessoires. Zorg ervoor dat de pomp
en de apparatuurinstellingen niet kunnen worden
gewijzigd door onbevoegden.
7. Het product opslaan
Indien de pomp wordt opgeslagen, dient te worden
gezorgd voor bescherming tegen vocht en hitte.
Na een periode van opslag inspecteert u de pomp
voordat u deze in bedrijf stelt. Zorg ervoor dat de
waaier vrij kan draaien. Let op de staat van asafdich-
tingen, O-ringen en kabeldoorvoeren.
Laat de beschermers van de kabeluitein-
den op de stuurstroomkabels zitten, totdat
u begint met het uitvoeren van de elektri-
sche aansluiting. Geïsoleerd of niet, het
vrije uiteinde van de kabel mag nooit wor-
den blootgesteld aan vocht of water. Als dit
niet wordt nageleefd, kan de motor
beschadigd raken.
Als de pomp langer dan een maand wordt
opgeslagen, draait u de waaier ten minste
elke maand om te voorkomen dat de
afdichtingsvlakken van de onderste
mechanische asafdichting vastlopen.
Zo niet, dan kan de asafdichting bescha-
digd raken wanneer de pomp wordt inge-
schakeld.
Als de waaier niet kan worden gedraaid,
neemt u contact op met een erkende ser-
vicewerkplaats.
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Draai de waaier niet met de hand.
Gebruik altijd geschikt gereedschap.
21
Advertenties
Inhoudsopgave
