Vergrendelen/ontgrendelen met
microschakelaar
Vergrendelen
Wanneer het voertuig is uitgeschakeld en
de deuren gesloten maar niet
vergrendeld zijn, drukt u op een
microschakelaar van de voordeur om alle
deuren te vergrendelen. De
richtingaanwijzers knipperen eenmaal.
Ontgrendelen
In de antidiefstalstand drukt u,
●
wanneer u de intelligente sleutel in het
activeringsgebied draagt, op de
microschakelaar op de handgreep van
de voordeur om alle deuren
tegelijkertijd te ontgrendelen.
Richtingaanwijzers knipperen
tweemaal.
Open in de antidiefstalstand de deuren
●
binnen 30 seconden na gebruik van de
ontgrendelfunctie. Anders worden alle
deuren automatisch weer vergrendeld.
Door op de microschakelaar te
●
drukken worden deuren niet
ontgrendeld/vergrendeld in de
volgende gevallen:
Dit wordt uitgevoerd terwijl een deur
●
wordt geopend of gesloten.
De sleutel in het voertuig is.
●
56
HERINNERING
Als de smartkey zich te dicht bij
●
een portiergreep of ruit aan de
buitenkant bevindt, is het mogelijk
dat de toegangsfunctie niet kan
worden geactiveerd.
Ramen openen/sluiten met
Microswitch
Als het voertuig is uitgeschakeld, houdt u
de microschakelaar ingedrukt om
automatisch vier ramen omhoog of
omlaag te brengen (raam omhoog zetten
is standaard ingeschakeld, terwijl omlaag
zetten standaard is uitgeschakeld).
Vergrendelen/ontgrendelen van het
deksel van de laars
De kofferbak openen/sluiten met
smartkey
Druk tweemaal op de knop voor het
openen van het kofferdeksel op de
smartkey om het kofferdeksel te openen.
Richtingaanwijzers knipperen tweemaal.
VOORZICHTIG
Als u nogmaals op de
●
ontgrendelingsknop van de
kofferbak drukt terwijl de
achterklep in beweging is, stopt
deze op de huidige positie.