rijstrooklijnen verkeerd detecteren of
er niet in slagen deze te detecteren. In
de volgende gevallen werkt ELKA
mogelijk niet of kunnen de prestaties
aanzienlijk verslechteren:
Het zicht is slecht op besneeuwde,
●
regenachtige en mistige dagen.
De voorruit is vuil en beslagen of er
●
zit een obstructie voor de
multifunctionele videocontroller.
Schittering wordt veroorzaakt door
●
direct zonlicht, reflecties van
opgehoopt water op het wegdek,
tegemoetkomende voertuigen op de
tegenoverliggende rijstrook, enz.
Plotselinge veranderingen in licht,
●
zoals wanneer het voertuig een
tunnel binnenrijdt of verlaat.
Rijstrooklijnen niet goed zichtbaar
●
door boomschaduwen op wegen in
direct zonlicht op zonnige dagen
De grenslijnen tussen de weg en het
●
gras aan de zijkant, de grond of de
stoeprand, enz. zijn niet
identificeerbaar.
De functie kan automatisch worden
●
uitgeschakeld wanneer het voertuig
zich op de smalle weg bevindt, om te
voorkomen dat de geactiveerde
functie de inzittenden verstoort.
Voorzorgsmaatregelen
Situaties waarin rijstroken mogelijk
●
niet worden geïdentificeerd, omvatten,
maar zijn niet beperkt tot:
Voetgangers, dieren en speciale of
●
vreemd gevormde voertuigen
Onduidelijke of onvolledige
●
rijstroken
Situaties die kunnen leiden tot een
●
detectiestoring van de
162
multifunctionele camera of late
alarmen omvatten, maar zijn niet
beperkt tot:
De multifunctionele camera komt
●
los, is losjes geïnstalleerd of is
geblokkeerd.
Het voertuig rijdt onder extreme
●
weersomstandigheden, zoals regen,
sneeuw of smog.
De multifunctionele camera is
●
gedeeltelijk of volledig geblokkeerd.
Situaties die kunnen leiden tot een
●
detectiestoring van de mmWave-
radars of late alarmen omvatten, maar
zijn niet beperkt tot:
MmWave-radar(s) komen los, zijn
●
losjes geïnstalleerd of zijn
geblokkeerd.
Het voertuig rijdt onder extreme
●
weersomstandigheden, zoals regen,
sneeuw of smog.
Het voertuig komt bepaalde metalen
●
vangrails of vergelijkbare
wegomstandigheden tegen.
WAARSCHUWING
ELKA is alleen bedoeld ter
●
assistentie van de bestuurder. De
bestuurder is volledig
verantwoordelijk voor het
handhaven van de rijveiligheid.
Hulp bij aanhouden van
●
vluchtstrook kan falen als gevolg
van factoren zoals ongunstige
weersomstandigheden en
wegomstandigheden.
Gebruik de hulp bij aanhouden
●
van vluchtstrook op basis van uw
behoeften, verkeer en
wegomstandigheden.