WAARSCHUWING
Volg alle instructies in deze
●
handleiding met betrekking tot
bandenspanning en onderhoud.
Winterbanden
Winterbanden bieden betere grip op
●
besneeuwde wegen. Het speciale
rubberen loopvlakpatroon maakt de
banden minder gevoelig voor lage
temperaturen en levert uitstekende
remprestaties om de rijveiligheid te
verbeteren.
Tips voor gebruik
Het wordt aanbevolen om
●
winterbanden te gebruiken in sneeuw-
of ijsomstandigheden of bij
temperaturen onder 7 °C. Als de
temperatuur boven de 7 °C stijgt,
installeer dan zomer- of all-
seasonbanden voor rijveiligheid en
betere prestaties.
Winterbanden moeten dezelfde
●
grootte, belastingsindex en snelheid
hebben als de banden die
oorspronkelijk door BYD werden
geleverd.
Winterbanden moeten voldoende
●
profieldiepte hebben. Banden met een
profieldiepte van minder dan 4 mm
presteren niet goed in winterse
omstandigheden.
Winter- of zomerbanden zijn
●
ontworpen voor specifieke
omstandigheden. Gebruik ze in de
overeenkomstige seizoenen om
slechte tractie of remprestaties te
voorkomen.
Overschrijd de snelheidsklasse van
●
winterbanden, die relatief laag is, niet.
230
Pomp de winterbanden na het
●
monteren op tot de standaard
bandenspanning.
Oppompen
Door de banden op de juiste spanning
●
te houden, ontstaat de beste
combinatie van manoeuvreerbaarheid,
levensduur van het loopvlak en
rijcomfort.
Rijden met te weinig opgepompte
●
banden leidt tot ongelijkmatige
bandenslijtage, beïnvloedt de
manoeuvreerbaarheid en het
energieverbruik en kan zelfs
luchtlekkage veroorzaken als gevolg
van oververhitting.
Rijden met te hard opgepompte
●
banden vermindert het comfort van
het voertuig en heeft ook een grotere
kans op schade door oneffen wegdek.
In ernstige gevallen bestaat het risico
dat de band barst, wat de veiligheid
van het voertuig ernstig in gevaar
brengt. Tegelijkertijd leidt het ook tot
ongelijkmatige slijtage van banden,
waardoor de levensduur van banden
wordt beïnvloed.
Het voertuig is uitgerust met een
●
apparaat voor
bandenspanningscontrole. In koude
toestand beslist u of u de banden wilt
oppompen op basis van de
bandenspanningswaarden die op het
instrumentenpaneel worden
weergegeven.
Meet de bandenspanning als de
●
banden koud zijn. Dit betekent dat de
meting ten minste drie uur na het
stoppen van het voertuig moet worden
uitgevoerd. Als u met het voertuig
moet rijden voordat de
bandenspanning is gemeten, kunnen
banden bij omgevingstemperatuur