Knop voor ontdooien voorruit
Tik op dit pictogram om naar de
●
ontdooimodus voor de voorruit te
gaan, waarbij lucht naar de voorruit en
zijruiten wordt verspreid. Tik nogmaals
op het pictogram om deze modus te
verlaten.
Tik op het pictogram om de ontdooier,
●
ontwasemer en airco in te schakelen.
Dat wil zeggen dat de airco wordt
ingeschakeld, ongeacht of de
compressorregelknop wordt bediend.
Klimaatbeheersing
Klimaatbeheersing voor bestuurder
●
In onafhankelijke modus: gebruikt
●
voor klimaatregeling van de
bestuurderszijde.
In de gekoppelde modus: gebruikt
●
voor klimaatbeheersing van de
bestuurderszijde en de
passagierszijde.
Om de temperatuur te verhogen,
●
tikt u op de bovenste pijl op het
touchscreen of tikt u op het
temperatuurweergavegebied en
schuift u vervolgens naar beneden.
Om de temperatuur te verlagen, tikt
u op de onderste pijl op het
touchscreen of tikt u op het
temperatuurweergavegebied en
schuift u vervolgens omhoog.
Wanneer deze in de koudste stand
●
wordt gezet, wordt 'LO'
weergegeven. Wanneer deze in de
warmste stand wordt gezet, wordt
'HI' weergegeven.
Klimaatregeling passagier voorin
●
In onafhankelijke modus: gebruikt
●
voor klimaatregeling van de
passagier voorin.
In de gekoppelde modus: pas de
●
temperatuur voor de passagier
voorin aan en verlaat de
bijbehorende modus om naar de
onafhankelijke modus te gaan.
Om de temperatuur te verhogen,
●
tikt u op de bovenste pijl op het
touchscreen of tikt u op het
temperatuurweergavegebied en
schuift u vervolgens naar beneden.
Om de temperatuur te verlagen, tikt
u op de onderste pijl op het
touchscreen of tikt u op het
temperatuurweergavegebied en
schuift u vervolgens omhoog.
Wanneer deze in de koudste stand
●
wordt gezet, wordt 'LO'
weergegeven. Wanneer deze in de
warmste stand wordt gezet, wordt
'HI' weergegeven.
Regeling met dubbele zone
Tik op dit pictogram om over te
●
schakelen van de onafhankelijke
modus naar de bijbehorende modus.
Onafhankelijke modus: De
●
temperatuur aan de
bestuurderszijde en de
passagierszijde kan afzonderlijk
worden ingesteld. Nadat deze
modus is geselecteerd, licht het
knoppictogram op.
Gekoppelde modus: De temperatuur
●
aan de bestuurderszijde en de
passagier voorin kunnen gelijktijdig
worden aangepast met de
klimaatregelingsknop voor de
bestuurder. In de gekoppelde
modus is het knoppictogram grijs.
In de gekoppelde modus schakelt de
●
klimaatregeling voor passagier voorin
automatisch over naar de
onafhankelijke modus wanneer deze
wordt bediend.
05
195