HERINNERING
Draag bij het werken in of onder
●
het voertuig altijd een
veiligheidsbril om uw ogen te
beschermen tegen
wegspringende of vallende
voorwerpen of opspattende
vloeistof.
Wees voorzichtig bij het vullen van
●
de remvloeistof, omdat deze de
huid of ogen kan beschadigen. Als
uw huid of ogen worden
blootgesteld aan remvloeistof,
spoel dan onmiddellijk met
schoon water. Roep onmiddellijk
medische hulp in als het ongemak
aanhoudt.
De volgende items moeten worden
gecontroleerd op basis van
gebruiksomstandigheden of
gespecificeerde kilometerstand:
Koelvloeistofpeil - controleer de
●
radiator van de hulptank bij elke
lading.
Vloeistof voor ruitensproeier -
●
controleer eenmaal per maand de
hoeveelheid ruitensproeiervloeistof in
het vloeistofreservoir. Als de
wasvloeistof vaak wordt gebruikt
vanwege slecht weer, verhoog dan de
frequentie van de controle.
Voorruitwissers - controleer de staat
●
van de wisser eenmaal per maand. Als
de wisser de voorruit niet volledig kan
reinigen, controleer dan of er schade
zoals slijtage en barsten is.
Remvloeistofpeil - controleer het
●
vloeistofpeil ten minste eenmaal per
maand.
Rempedaal - controleer of het
●
rempedaal normaal functioneert.
'EPB'-instellingsitems op het
●
touchscreen - controleer of de
schakelaar goed werkt.
Laagspanningsaccu - Controleer
●
maandelijks de staat van de accu en
controleer op corrosie.
Aircosysteem - controleer de werking
●
van airco-eenheden wekelijks.
Banden - controleer de
●
bandenspanning maandelijks.
Controleer de slijtagetoestand en
eventuele ingebedde voorwerpen op
het bandenoppervlak. Controleer de
loopvlakslijtage en of er vreemde
voorwerpen ingesloten zijn.
Ontdooiers voor de voorruit:
●
Controleer de ontdooiopening
maandelijks.
Lichten: controleer maandelijks de
●
staat van de koplampen, positielichten,
achterlichten, hoog gemonteerd
remlicht, richtingaanwijzers,
mistachterlampen, remlichten en
kentekenverlichting.
Deuren - controleer of het deksel van
●
de kofferruimte en de deuren normaal
kunnen worden geopend en gesloten
en stevig kunnen worden vergrendeld.
Claxon - controleer of de claxon
●
normaal functioneert.
HERINNERING
Rijd niet verder met een voertuig
●
dat niet is geïnspecteerd, omdat
dit kan leiden tot ernstige schade
aan het voertuig en persoonlijk
letsel.
06
223