WAARSCHUWING
voorzichtig bij het verplaatsen van
de apparatuur.
Gebruik de oplaadapparatuur
●
nooit als de kabel van de
stekkerdoos zacht is geworden, de
kabel van de oplaadconnector
versleten is, de isolatielaag
gebarsten is of er andere schade
is ontstaan.
Gebruik de apparatuur niet als de
●
ontlaadconnector of stekkerdoos
een breuk, barst of andere
zichtbare schade vertoont.
VTOL-methode
1. Beschrijvingen van apparatuur
VTOL apparatuur: Het bestaat uit een
●
ontladingsapparaat, laadpunt, kabel
en ontladingsbeschermingsdeksel.
Specificaties van de apparatuur: 230 V,
●
50 Hz, 15 A. VTOL wordt mogelijk
gemaakt door de VTOL apparatuur
met een maximaal
ontladingsvermogen van 3,5 kW.
2. Ontladen
Schakel het voertuig uit voordat u het
●
ontlaadt.
Ontgrendel de klepschakelaar van de
●
oplaadpoort en open de klep van de
oplaadpoort en de beschermkap.
Openen volgens de instructies in
●
'Gebruik van Mode 2 oplaadkabel'.
Controleer voor het ontladen:
●
Zorg ervoor dat de accucapaciteit
●
van het te ontladen voertuig niet
lager is dan 15%.
Zorg ervoor dat de behuizing van
●
het V2L-aansluitapparaat niet
gebarsten is en dat de stekker vrij is
van roest of obstructies.
Zorg ervoor dat de oplaadpoort vrij
●
is van water of vreemde voorwerpen
en dat de metalen aansluitingen niet
beschadigd zijn of aangetast zijn
door roest of corrosie.
In elk van deze gevallen niet
●
opladen. Anders kan persoonlijk
letsel optreden als gevolg van
kortsluiting of elektrische schokken.
Sluit de VTOL-apparatuur aan:
●
Sluit de ontlaadconnector aan op de
●
oplaadpoort en vergrendel deze
stevig op zijn plaats.
HERINNERING
Probeer de ontlaadconnector niet
●
met kracht in te brengen wanneer
04
107