P6..
4
Verklaring van de parameters
P60.
P600
Nr.
BP Naam
•
100
Setpoint-bron
•
101
Stuurbron
68
Beschrijving
1 / UNIPOL./FIX.SETPT
Het setpoint komt van de analoge ingang of van de vaste setpoints. De
regelaar verwerkt de vaste setpoints op basis van de waarde. De
binaire ingangen bepalen de draairichting.
2 / RS-485
Alleen voor servicedoeleinden! Het setpoint komt van de RS-485-inter-
face. Het voorteken van het setpoint bepaalt de draairichting.
4 / MOTORPOTENTIOM.
Stel de setpoint in met overeenkomend geprogrammeerde klemmen
Motorpot. up en Motorpot. down. Deze motorpotentiometer is een virtu-
ele potentiometer en komt niet overeen met de setpoint-potentiometer
op de regelaar.
6 / FIX SETP + AI1
De som van het vaste setpoint en analoge ingang AI1 vormen het set-
point. De binaire ingangen bepalen de draairichting. Verder geldt P112
AI1 bedrijfssoort.
7 / FIX SETP * AI1
De waarde op de analoge ingang AI1 dient als factor voor het geselec-
teerde vaste setpoint (0...10V = 0...100%). Als geen vaste setpoint is
geselecteerd, is n
actief. De binaire ingangen bepalen de draairich-
min
ting.
10 / SBus
De systeembus bepaalt het setpoint. Het voorteken van het setpoint
bepaalt de draairichting.
11 / FREQUENCY INPUT (in voorbereiding, alleen bij regelaars met uitge-
breide functionaliteit of LOGODrive-regelaars).
De frequentie op de binaire ingang DI01 bepaalt het setpoint. Stel de
waarde in met de parameter P102 Frequency scaling. U kunt de waarde
met P110 AI1 Scaling beïnvloeden. Als de PI-regelaar geactiveerd is,
worden de volgende parameters in de schalering opgenomen:
•
P254 PI schalering actuele waarde
•
P255 PI offset actuele waarde
0 /TERMINALS
De binaire ingangen bepalen de besturing.
1 / RS-485
Alleen voor servicedoeleinden! De RS-485-interface en de binaire
ingangen bepalen de besturing.
3 / SBus
De systeembus en de binaire ingangen bepalen de besturing.
4 / 3-WIRE-CONTROL
Het principe 3-Wire-Control bepaalt de besturing.
De vrijgave- en draairichtingssignalen van de regelaar reageren dan
flankgestuurd.
•
Startdrukknop Rechts met maakcontact aansluiten op de binaire
ingang "Rechts/stop".
•
Startdrukknop Links met maakcontact aansluiten op de binaire
ingang "Links/stop".
•
Stopdrukknop met verbreekcontact aansluiten op "Vrijgave/snel-
stop".
Als u gelijktijdig rechts en links bedient, decelereert de aandrijving met
de deceleratie-integrator.
Is de stuurbron 3-WIRE-CONTROL actief en de aandrijving door een
startflank gestart: U kunt de aandrijving bij vrijgegeven RUN-STOP-
drukknoppen met de STOP-drukknop laten stoppen. Daarna kunt u de
aandrijving met de RUN-drukknop weer starten, zonder dat er opnieuw
een startflank nodig is.
Als u de aandrijving met de stopdrukknop laat stoppen, dan slaat de
regelaar een startflank op. Als u vervolgens de RUN-drukknop bedient,
geeft de regelaar direct de aandrijving vrij.
Systeemhandboek – MOVITRAC® 07