P6..
4
Verklaring van de parameters
P60.
P600
Nr.
BP Naam
700
Bedrijfssoort (instelling ook
op het bedieningspaneel met
, P-01)
71_
stilstandstroom-functie
De regelaar injecteert met de stilstandstroom-functie gedurende motorstilstand een stroom in de motor. De regelaar kan
daardoor de volgende functies vervullen:
•
De stilstandstroom voorkomt bij lage omgevingstemperatuur van de motor condensvorming en vastvriezen (vooral
van de platenrem). Stel de grootte van de stroom zodanig in dat de motor niet wordt oververhit. Advies:motorbehui-
zing handwarm.
•
Als u de stilstandstroom activeert, kunt u de motor zonder voormagnetisatietijd starten. Advies:bij hijswerken instel-
ling op 45 - 50 %.
U kunt de functie stilstandstroom door P710 = 0 deactiveren. Stel de stilstandstroom in % van de nominale motorstroom
in. De stilstandstroom kan de stroomgrens (P303) niet overschrijden.
De stilstandstroom kan door /CONTROLLER INHIBIT=0 uitgeschakeld worden.
Bij geactiveerde stilstandstroom-functie blijft de eindtrap ook in de toestand "geen vrijgave" vrijgegeven voor de injectie
van de motorstilstandstroom.
De stilstandstroom wordt door het bedienen van de stop/reset-toets niet uitgeschakeld.
U kunt de stilstandstroom altijd met de controller inhibit uitschakelen. Daarvoor moet u een ingangsklem met controller
inhibit programmeren.
U moet een ingangsklem met controller inhibit programmeren, voor de stilstandstroom-functie geactiveerd wordt.
Anders wordt eindtrap onmiddellijk met stroom geïnjecteerd.
•
710
Stilstandstroom-functie
72_
Setpoint-stop-functie (alleen bij regelaars met uitgebreide functionaliteit of LOGODrive-regelaars):
Met de P720 Setpoint-stop-functie geeft u de regelaar automatisch vrij afhankelijk van het hoofd-setpoint. De regelaar
wordt met alle noodzakelijke functies zoals bijv. voormagnetisatie en remaansturing vrijgegeven. Geeft u de aandrijving
in ieder geval ook via de klemmen vrij.
•
720
Setpoint-stop-functie
•
721
Stop setpoint
•
722
Start offset
78
Beschrijving
0 / VFC (veldgeoriënteerd regelgedrag Voltage Mode Flux Control) of
VFC & HOIST (veldgeoriënteerd regelgedrag voor hijswerktoepassin-
gen, alleen in MOVITOOLS instelbaar)
3 / VFC 1 & DC BRAK. (veldgeoriënteerd regelgedrag met gelijkstroom-
remmen)
4 / VFC & FLY.START (veldgeoriënteerd regelgedrag met vangfunctie)
21 / U/f-CHARACTERISTIC (spannings-/frequentiegestuurd regelgedrag)
22 / U/f-CHARACTERISTIC &DC BRAKING (spannings/frequentiegestuurd
regelgedrag met gelijkstroomremmen)
0 ... 50% I
mot
off
on
0 ... 30 ... 500 [rpm]
0 ... 30 ... 500 [rpm]
Systeemhandboek – MOVITRAC® 07