Nr.
BP Naam
73_
Remfunctie
•
736
Remtijd
De start- en stoptoerentallen
zijn vast:
•
n
= 15 r/min
start
•
n
= 60 r/min
stop
Als het gewenste toerental
lager is, zijn start- en stop-
toerental niet actief.
76_
Handbediening
•
760
Vergrendeling Run/stop-toet-
sen (zie Inbedrijfstelling /
extern setpoint
8__
Regelaarfuncties
80_
Setup
Met P802 kan de in de EPROM opgeslagen fabrieksinstelling voor bijna alle parameters teruggezet worden. Bovendien
kunt u ook de toestand van de regelaar tijdens uitlevering herstellen. Bij fabrieksinstelling wordt niet gereset:
•
P30_ (begrenzingen)
•
P321 ... P324 (motorinstelling)
•
P700 (bedrijfssoort)
•
P810, P811, P813, P814, 816 (seriële communicatie)
•
P840 (handmatige reset)
Met de keuze van de toestand tijdens uitlevering reset u ook de bovengenoemde parameters.
De statistiekgegevens moet u separaat met P804 Reset statistic data resetten. Als u de parameter op JA instelt, voert u
de fabrieksinstelling uit. Op de display wordt dit weergegeven met SEt. De regelaar geeft na het beëindigen van de
fabrieksinstelling weer de voorafgaande bedrijfstoestand aan. P802 zet zich zelfstandig op NO terug.
Door de fabrieksinstelling te activeren worden bijna alle parameterwaarden overschreven. Slaat u de ingestelde waar-
den met behulp van MOVITOOLS
meterwaarden en klemmenbezetting weer aanpassen aan de eisen.
Systeemhandboek – MOVITRAC® 07
Verklaring van de parameters
Beschrijving
Instelmogelijkheid 0 ... 0.1 ... 2 [s]
De parameter geldt zowel voor de remopeningstijd als voor de reminvaltijd.
no (RUN/STOP-toetsen zijn geactiveerd en kunnen gebruikt worden voor
het starten en stoppen van de motor)
yes (RUN/STOP-toetsen zijn vergrendeld en daarmee zonder functie)
®
op, voor u een fabrieksinstelling doorvoert. Na de fabrieksinstelling moet u de para-
P6..
4
P60.
P600
1
2
3
[1] = vrijgave
[2] = /rem
[3] = eindtrap in
4
[4] = draaiveld in
t
= voormagneti-
M
satietijd
5
t
=remtijd
B
n1 = starttoeren-
tal
6
n2 = stoptoeren-
tal
n3 = gewenste
7
toerental
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
79