2
Functies / Voorzieningen
Setpoint-techniek
Communicatie /
bediening
Uitgebreide func-
tionaliteit
14
•
Beveiligingsfuncties voor de beveiliging tegen
– te hoge stroom
– aardsluiting
– overbelasting
– te hoge temperatuur van de regelaar
– te hoge temperatuur van de motor
•
Toerentalbewaking en bewaking van het motorische en generatorische maximum-
vermogen.
•
Foutengeheugen met alle ten tijde van het optreden van de fout relevante bedrijfs-
gegevens.
•
Uniforme bediening, parametrering en dezelfde apparaataansluittechniek voor de
gehele serie MOVITRAC
•
Motorpotentiometer.
•
Externe setpoint-opdrachten:
– 0 ... +10 V
– 0 ... 20 mA
– 4 ... 20 mA
•
zes vaste setpoints.
•
Frequentie-ingang (in voorbereiding).
•
Systeembus voor een netwerk van max. 64 MOVITRAC
•
RS-485-interface voor servicedoeleinden.
•
Eenvoudige parametrering en inbedrijfstelling via het geïntegreerde bedieningspa-
neel of de pc-software MOVITOOLS
•
Grafische programmeeromgeving LOGODrive voor het maken van programma's.
•
Parametermodule voor het beveiligen en overdragen van regelaargegevens inclusief
het LOGODrive-programma.
•
Veldbus-interface voor
– PROFIBUS
– DeviceNet
– INTERBUS
– CANopen
230V-regelaars vanaf 3,7 kW en 500V-regelaars vanaf 5,5 kW en LOGODrive-regelaar
bieden nog meer functies door:
•
stilstandstroom-functie:
– snelstart
– verwarmingsstroom om condens bij lage temperaturen te vermijden.
•
Vangfunctie voor het inschakelen van de regelaar op de nog draaiende motor.
•
Hijswerkfunctie voor alle aan te sluiten motoren.
®
07.
®
.
®
07-regelaars.
Systeemhandboek – MOVITRAC® 07