5
Beschrijving van de soorten aandrijvingen
5.3
Beschrijving van de soorten aandrijvingen
Keuze van de
regelaar
100 % nominale
stroom
125 % nominale
stroom
Ontwerp van rij-
werken
Ontwerp van hijs-
werken
Thermische optiek
Startkoppel
86
®
Voor de MOVITRAC
07 zijn er twee voor de configuratie relevante toepassingen.
Dit zijn aandrijvingen met constante belasting, zoals bijvoorbeeld:
•
transportaandrijvingen
•
rijwerken
•
hijswerken
Dit zijn aandrijvingen met kwadratische belasting, zoals bijvoorbeeld:
•
ventilatoren
•
pompen
De motorbelasting in de dynamische trajecten bepaalt de te dimensioneren piekbelas-
ting van de motor. De thermische belasting bepaalt het benodigde continue vermogen
van de motor. Bepaal de thermische belasting uit de bewegingscyclus. Het verloop van
het toerental bepaalt in hoge mate de zelfkoeling van de motor.
Bij de dimensionering van hijswerken worden in de praktijk bijzondere thermische en
veiligheidstechnische criteria gehanteerd.
Hijswerken hebben in tegenstelling tot rijwerken bij constante snelheid ca. 70 ... 90 %
van het nominale motorkoppel nodig.
De motor heeft bij acceleratie met maximale belasting en hijsrichting omhoog het hoog-
ste bedrijfskoppel nodig.
Bepaal de 4-polige motorreductor in principe op een maximumtoerental van:
•
2100 r/min (70 Hz) bij kanteltoerental 1500 r/min (50 Hz)
•
2500 r/min (83 Hz) bij kanteltoerental 1800 r/min (60 Hz)
Het toerental van de ingaande as is daardoor verhoogd met een factor 1,4. Daarom
moet ook de overbrengingsverhouding van de reductor 1,4 maal hoger gekozen wor-
den. Door deze maatregel verliest de motor in het veldverzwakkingsgebied (50 ... 70
Hz of 60 ... 83 Hz) geen koppel aan de uitgaande as. De aandrijving compenseert het
reciproque met het toerental afnemende koppel door de grotere overbrengingsverhou-
ding van de reductor. Bovendien krijgt de motor een 1,4-voudig groter aanloopkoppel.
Verdere voordelen zijn het grotere regelbereik en de betere zelfkoeling van de motor.
Systeemhandboek – MOVITRAC® 07