Advertenties
Gebruiksdoel en veiligheidsaanwijzingen
1.4
BA.NLD.20-32118-03-24-FTA-jr
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Indien via bedrijfstechnische en organisatorische maatregelen niet kan
worden uitgesloten dat het personeel aan ongevals-, gezondheids- of vei-
ligheidsrisico's wordt blootgesteld, moet het personeel over de nodige per-
soonlijke beschermingsmiddelen (PBM's) beschikken. Bij de keuze van
PBM's moet de prioriteit van de veiligheidsmaatregelen in aanmerking wor-
den genomen:
1. Technische veiligheidsmaatregelen (bv. scheiding tussen gevarenzone
en werkgebied via bv. behuizingen, afdekkingen, beschermkappen, af-
scherming/omkasting, beschermroosters, bekledingen, hekwerken, af-
sluitingen, isolatie enz.)
2. Organisatorische veiligheidsmaatregelen (bv. toegangsbeperkingen,
voorlichtingen, waarschuwingen enz.)
3. Persoonlijke veiligheidsmaatregelen (persoonlijke beschermingsmidde-
len bv. veiligheidsschoenen, valbeveiliging, veiligheidshelm, gehoorbe-
scherming, veiligheidsbril, beschermende handschoenen, beschermen-
de kledij enz.)
Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen moet tot het vereiste
minimum worden beperkt. Naargelang van de manier waarop de Steiger
wordt ingezet, moet de specifieke uitrusting worden aangepast op basis
van de samenvatting van de risicobeoordeling. De staat van de persoonlij-
ke beschermingsmiddelen moet tijdens de volledige periode waarin ze
worden gebruikt, zoals voorgeschreven blijven.
Voordat u het werkplatform betreedt, dient u het juiste schoeisel (bv. Veilig-
heidsschoenen met antislipprofielzool) aan te trekken om eventueel uitglij-
den, struikelen en vallen te vermijden. Pas het schoeisel resp. de schoen-
zolen ook aan de weersomstandigheden aan. Uw schoeisel moet u steeds
de nodige grip bieden.
Met het oog op meer veiligheid raden wij aan om tijdens het Steigerge-
bruik op het werkplatform een gordelsysteem ter bescherming tegen val-
len te voorzien. De aanslagpunten (bevestigingsogen) op het werkplatform
zijn daartoe dienovereenkomstig aangeduid (
op veiligheidsborden"). Het gordelsysteem kan bv. bestaan uit een veilig-
heidsharnas conform EN 361 "Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen
vallen - Harnasgordels" en een automatisch verstelbare valbeveiliging con-
form EN 360 "Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Valbevei-
ligingen" met energieabsorberende functie. In overeenstemming met de
opgestelde norm voor aanslagpunten op werkplatformen moet de vangrem
van de valbeveiliging de vangkracht tot minder dan 3 kN reduceren. Ook
wanneer het bij het veiligheidsharnas conform EN 361 volgens de opge-
stelde norm om een harnasgordel gaat, moet het veiligheidsharnas in com-
binatie met de valbeveiliging als gordelsysteem worden beschouwd. In ge-
hoofdstuk "Pictogrammen
®
STEIGER
TB 300
1-21
Advertenties
