6.5.4.4
6-30
Minimale afstempeling
! GEVAAR
! WAARSCHUWING
LET OP
De wielen van het voertuig staan volledig op de grond (remwer-
king), waardoor bv. een "wegglijden" van de Steiger op hellin-
gen vermeden kan worden. Desgevallend moet de Steiger bv.
op een gladde, glibberige ondergrond via een andere aange-
paste methode tegen wegglijden worden beveiligd.
®
STEIGER
TB 300
Er bestaat kantelgevaar!
De wielen van het voertuig mogen niet door
oneffenheden in de bodem (bv. stoepran-
den, gaten in het wegdek enz.) op verschil-
lende wijze in de vering van het voertuig
worden gedrukt.
De bandspanning van de wielen van het
voertuig moet overeenstemmen met de op
de Ruthmann-Steiger TB 300 aangegeven
waarde. Bandspanning voor het afstempe-
len controleren!
Gevaar voor beknelling bij het uitschuiven van
de afstempeling!
De uitschuivende afstempeling steeds in het
oog houden!
Personen uit de buurt van de afstempeling
houden. Desgevallend de gevarenzone be-
veiligen!
Stempelbeweging stopzetten wanneer er
zich personen in de gevarenzone bevinden.
Overbelasting van de vooras!
Bij minimale afstempeling uitsluitend met de
achterste steunen deze niet te ver uitschuiven,
anders wordt de vooras te sterk belast en des-
gevallend beschadigd.
Hard ongelijkmatig uitschuiven van de stempelci-
linder kan de Steigeronderbouw en de afstempe-
ling beschadigen!
De stempelcilinder zo uitschuiven dat het voer-
tuig zo torsievrij mogelijk blijft.
Bediening
BA.NLD.20-32118-03-24-FTA-jr