Inbedrijfstelling
BA.NLD.20-32118-03-24-FTA-jr
- bitumen en asfalt kunnen onder invloed van
De oppervlakte stempelpoot met behulp van
aangepast groot steunmateriaal (bv. steunplaten
en steunplanken) onder de stempelvoeten dien-
overeenkomstig vergroten.
De ondergrond moet van die aard zijn, dat de Steiger niet kan wegglijden.
De ondergrond en het steunmateriaal mogen niet beschadigd zijn en moe-
ten vrij zijn van ijs, olie, smeervet en andere smerende stoffen. De onder-
grond moet effen zijn. Eventueel een effen oppervlak aanleggen. Schar-
niervoeten kunnen lichte oneffenheden in de bodem weliswaar compense-
ren, maar dienen niet om hellingen in het terrein te compenseren.
correct
De steunen moeten zich tijdens de opstelprocedure vrij kunnen bewegen.
De Ruthmann-Steiger TB 300 mag uitsluitend met aangepast steunma-
teriaal (bv. Ruthmann-steunplaten en desgevallend steunplanken)
worden opgesteld. Voor een reglementaire afstempeling van de Steiger is
het vereist dat de steunplaten zich in het midden onder de stempelvoet van
de respectieve stempelcilinder bevinden. De steunplaten moeten over hun
volle oppervlak op de ondergrond liggen. U dient te controleren of de on-
dergrond tijdens de volledige gebruiksperiode bestand is tegen de max. be-
lastingen van de afstempeling. Op zachte of niet-vastgemaakte onder-
grond zoals een weide of wanneer de weerstand van de ondergrond
onder invloed van de stempelkracht overschreden is, moet de steun-
plaat door het aanbrengen van aangepast steunmateriaal (bv. steun-
planken) dienovereenkomstig worden vergroot.
temperaturen minder stevig worden,
de zon meegeven.
Voorbeeld
®
STEIGER
TB 300
verkeerd
5-13