Instandhouding
BA.NLD.20-32118-03-24-FTA-jr
De telescopen van de draagarm worden via geleiders geleid. Om zo
weinig mogelijk slijtage en glijweerstand te hebben, moeten de glijvlak-
ken volgens de intervallen in de onderhoudslijst (of vroeger in functie
van het gebruik) gesmeerd worden.
De te smeren (in te vetten) telescoop zo ver mogelijk laten uitschuiven
en de glijvlakken ("G") licht invetten, bv. met een radiatorborstel.
Niet te veel invetten om opeenhoping van vet in de draag-
armen te vermijden.
Desgevallend moeten de geleiders van de telescopen aan de draagarm-
koppen bijgesteld worden. Daartoe bevinden er zich aan de draagarm-
koppen stelschroeven. Gezien de vereiste vakkennis raden wij aan om
het bijstellen van de geleiders te laten uitvoeren door de Ruthmann-
service resp. door personeel dat door ons daartoe werd geautoriseerd.
LET OP
Een niet-vakkundige bijstelling kan leiden tot het
stukgaan van de telescoop.
U dient erop te letten dat de telescoop door de
Uittrekkabels volgens onderhoudslijst nasmeren. Daartoe de inspectie-
openingen ("I
" tot "I
1
3
afnemen. Aanvullend kunnen ook de schrapers (borstels) aan de draag-
armkop gedemonteerd worden. Zolang op de kabel nog een voldoende
dikke laag smeervet aanwezig is, hoeft u niet na te smeren. Het smeer-
middel moet bij aanvang dunvloeibaar zijn, zodat het in de kabel tussen
de hoekrollen van de kabel en de draden kan binnendringen. Tijdens de
bijstelling niet te vast aangespannen wordt.
") aan de respectieve draagarmkop (links en rechts)
®
STEIGER
TB 300
9-45