Download Print deze pagina

Ondersteunende Ondergrond - RUTHMANN Steiger TB 300 Gebruiks- En Onderhoudshandleiding

Advertenties

5.3.2.4
5-12
Bij hogere taluds moeten desgevallend bermen (bermen, etages, terras-
sen) aangelegd zijn om het wegglijden van de bodem te verhinderen. Over
de vereiste en vormgeving van bermen moet geval per geval worden be-
slist. Voor een talud van meer dan 5 m hoog of met een grotere taludhoek
moet volgens DIN 4124 de geotechnisch stabiliteit worden bewezen.

Ondersteunende ondergrond

! GEVAAR
Door het wegglijden van de afstempeling, bv. ver-
zakken van een steun, is er kantelgevaar! Asfalt en
betonplaten kunnen ondermijnd worden. Onder het
asfalt resp. de betonplaten kunnen er rioleringslei-
dingen, kabelschachten resp. buisleidingen liggen.
De stabiliteit van de Steiger is in gevaar. De Steiger
kan kantelen!
 Verder vermijdt u best afstempelingen:
 op riooldeksels, roosters,
 op rioleringsleidingen, kabelschachten resp.
 op bijgestorte grond,
 in de buurt van stoepranden, waardoor de
 enz.
 Het is verboden de Steiger op te stellen op
 drijfzand,
 Bodemgesteldheden waarbij ook bij gebruik
Door wijzigingen in de bodemgesteldheid, bijvoor-
beeld door regen, dooi of de inwerking van de zon,
kan het draagvermogen van de ondergrond ook
tijdens het gebruik verminderen. De stabiliteit van
de Steiger is in gevaar. De Steiger kan kantelen!
 De bodemgesteldheid tijdens het gebruik con-
troleren. Bijvoorbeeld
- niet-verharde ondergronden kunnen door re-
- bevroren ondergronden kunnen bij stijgende
®
STEIGER
TB 300
buisleidingen,
stempelvoet niet volledig steunt,
van groot steunmateriaal (steunplaten) het
draagvermogen van de ondergrond onvol-
doende is.
gen en door de invloed van water hun stabili-
teit verliezen;
Inbedrijfstelling
BA.NLD.20-32118-03-24-FTA-jr

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

32118