Noodbesturing (nooddaalsysteem)
BA.NLD.20-32118-03-24-FTA-jr
eiste bedieningstraject van de plunjer (5) in de magneetkop uitge-
voerd wordt. Er mag gen merkbare speling van de plunjer meer
voorkomen.
Met de handpomp de druk en het debiet van de hydraulische vloeistof
genereren.
De snelheid kan door de frequentie van de pompbewegingen gere-
geld worden.
Pompbewegingen bij bereiken van de gewensten positie stopzetten.
Magneetvergrendeling onmiddellijk weer van de magneetvergrende-
ling van de stuurklep halen.
Afstempeling in principe als laatste inschuiven.
Voor de bewegingen moeten afhankelijk van de te bewegen steunen
ofwel de beide stuur-schotelkleppen of minstens de linkse of rechtse
stuur-schotelklep bediend dus geopend zijn. Daartoe de kartelschroef
van de handmatige noodbediening tot de aanslag linksom draaien.
Handmatige bediening van de stuurkleppen verloopt zoals eerder be-
schreven onder punt "Kraanarm naar basisopstelling bewegen"
Nadat de afstempeling volledig is ingeschoven, moet de handmatige
noodbediening van de stuur-schotelkleppen absoluut weer gereset
worden. Daartoe de kartelschroef van de handmatige noodbediening
tot de aanslag rechtsom terugdraaien.
Kogelkraan sluiten (aan kleppenblok basisframe).
Handhendel van de kogelkraan in de loodrechte stand terugstellen.
Kunststoffen beschermkappen opnieuw op de handmatige noodbedie-
ningen van de magneetkleppen steken.
Na een nooddaling met het noodbesturingssysteem in uit-
zonderlijke gevallen is een reiniging en invetting van de
handmatige noodbedieningen van de magneetkleppen ver-
eist.
Magneetvergrendeling in houder terugsteken.
Steek de handpomphendel terug in vergrendeling.
Sluit klep van wegkleppen (kleppenblok basisframe).
®
STEIGER
TB 300
7-7