1.2.3
1-8
Gebruiksdoel en veiligheidsaanwijzingen
Tijdens de rit moet(en)
de Ruthmann-Steiger TB 300 in transportstand
de deuren van de bestuurderscabine gesloten
de afdekkingen, kleppen en andere deuren van het voertuig geslo-
ten
de deuren resp. rolluiken van de gesloten laadbak (optionele uit-
rusting) gesloten
staan/zijn.
Het af te leggen traject moet van die aard zijn, dat de stabiliteit niet in
het gedrang komt.
De bestuurder moet een goed overzicht hebben op de rijbaan en het af
te leggen traject.
Met de Ruthmann-Steiger TB 300 rijden is alleen toegestaan als de
Steiger in transportstand staat en er zich niemand op het werkplatform
bevindt. Het transport van materialen en goederen op het werkplatform
is verboden. Binnen het rijgebied mogen er geen hindernissen voorko-
men.
Altijd voorzichtig optrekken en afremmen. Plotse en bruuske rijbewegin-
gen zijn verboden.
Bij het op- en afrijden van hellingen en het dwarsen van hellend gebied
moet plots bochtenwerk vermeden worden.
Op hellingen nooit ontkoppelen en schakelen! Het rijgedrag alsook de
stuur- en remcapaciteit worden door het hoge lastzwaartepunt beïn-
vloed. Bijgevolg dient u erop te letten dat de stuur- en remcapaciteit toe-
reikend zijn!
Bij het rijden door tunnels, onder bruggen enz. moet u op de hoogte van
het voertuig letten.
Bij het nemen van bochten moet u er rekening mee houden dat de ach-
terkant zijdelings uitzwenkt als gevolg van het uitstekende gedeelte aan
de achterkant van het voertuig.
Wanneer de rijaandrijving van de Ruthmann-Steiger TB 300 uitvalt, dient
u het voertuig te slepen zoals vermeld in de gebruikshandleiding van de
fabrikant van het chassis.
Steigergebruik
Wanneer het voertuig door één man wordt bediend, moeten de ramen
van de bestuurderscabine gesloten en de deuren afgesloten zijn.
Tijdens het bedrijf mag niemand zich onnodig ophouden op de Steiger
en in de omgeving van de zwenkinrichting.
®
STEIGER
TB 300
BA.NLD.20-32118-03-24-FTA-jr