Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Waarschuwingslampje(S) Veiligheidsgordel(S) Achter - DS AUTOMOBILES 3 CROSSBACK 2020 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

05
76
Veiligheid
Als een veiligheidsgordel achter niet is
vastgemaakt, gaat het betreffende
waarschuwingslampje (3 tot en met 5)
ongeveer 30 seconden branden.
Vanaf een snelheid van ongeveer 20
km/h en gedurende 2 minuten gaat elk
waarschuwingslampje van een zitplaats met
een inzittende erop die de veiligheidsgordel
niet heeft bevestigd knipperen en klinkt er een
geluidssignaal. Na deze 2 minuten blijft het
betreffende waarschuwingslampje branden
totdat de bestuurder, voorpassagier en / of
achterpassagier de gordel vastmaakt.
Pictogram(men) veiligheidsgordel(s) vóór
Bij het aanzetten van het contact gaat
het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel branden en het
desbetreffende waarschuwingslampje op het
display van de veiligheidsgordels en airbag vóór
aan passagierszijde gaat rood branden als de
bestuurder en/of de passagier(s) zijn (hun) gordel
niet heeft (hebben) vastgemaakt of weer heeft
(hebben) losgemaakt.
Waarschuwingslampje(s)
veiligheidsgordel(s) achter
Het betreffende waarschuwingslampje
gaat rood branden op het paneel met
waarschuwingslampjes voor de veiligheidsgordels
en passagiersairbag vóór als een of meerdere
achterpassagiers hun gordel hebben losgemaakt.
Advies
Alvorens te gaan rijden dient de
bestuurder te controleren of alle
passagiers hun veiligheidsgordel goed hebben
omgedaan en vastgemaakt.
Maak altijd de veiligheidsgordel vast, ongeacht
de reistijd en de plaats waar u in de auto zit.
Wissel de gordelsluitingen van de
veiligheidsgordels onderling niet om; de
gordels zijn dan niet voldoende effectief.
Voor een juiste werking van de gordelsluiting
moet u voor het vastmaken van de gordel
controleren of er geen vreemde voorwerpen
aanwezig zijn in de sluiting.
Controleer zowel voor als na het gebruik van de
gordel of deze goed is opgerold.
Controleer na het neerklappen of verstellen
van een stoel of de achterbank of de gordel
zich op de juiste plaats bevindt en goed is
opgerold.
Omdoen
De heupgordel moet zo laag mogelijk op
het bekken worden geplaatst.
De schoudergordel moet langs het holle
gedeelte van de schouder worden geplaatst.
Voor een effectieve werking van de
veiligheidsgordel:
– dient deze strak om het lichaam te worden
gedragen.
– moet deze in een vloeiende beweging naar
voren worden getrokken, zonder dat de gordel
gedraaid raakt.
– mag deze door niet meer dan één persoon
worden gebruikt.
– mag deze geen beschadigingen of rafels
vertonen.
– mag er niets aan de gordel worden gewijzigd
om te voorkomen dat de gordel niet goed
werkt.
Aanbevelingen voor kinderen
Maak voor kinderen tot 12 jaar en/of
passagiers kleiner dan 1,5 meter gebruik van
een geschikt kinderzitje.
De veiligheidsgordel mag door niet meer dan
één kind gedragen worden.
Laat een kind tijdens het rijden nooit op schoot
zitten.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over kinderzitjes.
Onderhoud
Vanwege de wettelijke
veiligheidsvoorschriften moeten alle
werkzaamheden aan de veiligheidsgordels
worden uitgevoerd door een dealer of
een gekwalificeerde werkplaats, om te
garanderen dat de werkzaamheden volgens de
voorschriften worden uitgevoerd.
Laat de veiligheidsgordels van uw auto
regelmatig controleren door een dealer of een

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor DS AUTOMOBILES 3 CROSSBACK 2020

Inhoudsopgave