02
32
Toegang tot de auto
Laat de auto uit veiligheidsoverwegingen
nooit onbeheerd achter, zelfs niet voor
korte tijd, zonder de elektronische sleutel van
het Keyless entry and start-systeem mee te
nemen.
Vergeet niet dat de auto kan worden gestolen
als de sleutel nog in een van de aangegeven
gebieden aanwezig is terwijl de auto niet is
vergrendeld.
Om de batterij in de elektronische sleutel
en in de auto opgeladen te houden:
– De functie voor vergrendeling bij nadering
(zone C) schakelt na enkele dagen (ongeveer
één week) zonder gebruik automatisch over
naar stand-by. Gebruik de afstandsbediening
of druk op de handgreep van een van de
voorportieren om de auto te ontgrendelen.
De volgende keer dat de auto wordt gestart,
worden de functies voor automatisch
ontgrendelen en vergrendelen weer
geactiveerd.
– Wanneer de instapverlichting een paar keer
achter elkaar wordt geactiveerd zonder dat de
auto wordt gestart, wordt deze uitgeschakeld.
– Alle "handsfree" functies schakelen over
op de verlengde stand-by als ze 21 dagen
niet zijn gebruikt. Om deze functies weer in
te schakelen, ontgrendelt u de auto met de
afstandsbediening en start u de motor.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel werkt in
sommige gevallen niet goed in de nabijheid
van elektronische apparatuur zoals telefoons
(ingeschakeld of in stand-by) of laptops, en
sterke magnetische velden.
Centrale vergrendeling
Handmatig
► Druk op deze toets om de auto (portieren en
bagageruimte) van binnenuit te vergrendelen/
ontgrendelen.
Het controlelampje gaat branden om te
bevestigen dat de centrale vergrendeling is
ingeschakeld.
De centrale vergrendeling werkt niet als
een van de portieren is geopend.
Druk om de buitenportiergrepen uit te
schuiven één keer op de toets als de auto
is vergrendeld en twee keer als de auto is
ontgrendeld.
Bij vergrendeling/supervergrendeling van
buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld
of de supervergrendeling van buitenaf is
ingeschakeld, knippert het verklikkerlampje en
werkt de knop niet.
► Als de auto is vergrendeld, trek dan aan de
binnenportiergreep van een van de portieren
om de auto te ontgrendelen.
► Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
moet u de afstandsbediening, het Keyless
entry and start-systeem of de geïntegreerde
sleutel gebruiken om de auto te ontgrendelen.
Automatisch (beveiliging tegen
agressie)
De portieren en de achterklep worden tijdens het
rijden automatisch vergrendeld (bij een snelheid
hoger dan 10 km/h).
De functie is standaard ingeschakeld. Voor uit- of
weer inschakelen:
► Druk op de toets totdat er ter bevestiging een
melding wordt weergegeven.
Vervoer van lange of grote voorwerpen
Druk op de knop van de centrale
vergrendeling om met geopende achterklep
en vergrendelde portieren te kunnen rijden.
Anders hoort u de sloten terugspringen telkens