Er zijn standaard al enkele snelheden opgeslagen.
Om veiligheidsredenen mogen de
geprogrammeerde snelheden alleen
worden gewijzigd als de auto stilstaat.
Een geprogrammeerde
snelheid wijzigen
Het instellen van de snelheid kan worden
in- en uitgeschakeld, geselecteerd en
gewijzigd in het menu Rijverlichting/Auto van het
touchscreen.
Toets "MEM"
Met deze toets kunt u een opgeslagen snelheid
selecteren om deze te gebruiken voor de
snelheidsbegrenzer of de programmeerbare
snelheidsregelaar.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de snelheidsbegrenzer of de
snelheidsregelaar.
DS DRIVE ASSIST
Alleen beschikbaar op uitvoeringen met
de automatische transmissie EAT8 en de
selectiehendel (elektrisch).
Dit systeem past automatisch de snelheid aan en
corrigeert de koers van de auto, met behulp van
de Adaptieve cruise control met Stop&Go-functie
in combinatie met de Lane Positioning Assist.
Deze twee functies moeten ingeschakeld en
storingsvrij zijn.
Dit systeem is vooral geschikt voor gebruik op
snelwegen en hoofdwegen.
Raadpleeg de betreffende gedeelten voor meer
informatie over de Adaptieve cruise control en de
Lane Positioning Assist.
Het systeem assisteert de bestuurder
door in te grijpen op de besturing, te
accelereren en te remmen binnen de
natuurkundige limieten en de mogelijkheden
van de auto. Bepaalde elementen van de
infrastructuur of voertuigen in de buurt van de
auto kunnen niet goed worden gedetecteerd of
slecht worden geïnterpreteerd door de camera
en de radar. Dit kan leiden tot onverwachtse
koerswijzigingen, het uitblijven van een
stuurcorrectie en/of het onjuist regelen van
het accelereren of remmen.
Adaptieve cruise control
Raadpleeg de algemene adviezen over het
gebruik van de rij- en
parkeerhulpsystemen en Snelheidsregelaar
- Specifieke adviezen voor meer informatie.
Dit systeem zorgt ervoor dat de rijsnelheid die
door de bestuurder is ingesteld (ingestelde
snelheid) wordt behouden, terwijl tegelijkertijd
een door de bestuurder ingestelde veilige
afstand tot de voorligger wordt aangehouden. Dit
systeem regelt automatisch het accelereren en
decelereren van de auto.
Met de Stop&Go-functie regelt het systeem het
remmen totdat de auto volledig tot stilstand is
gekomen en wordt de motor opnieuw gestart.
De remlichten gaan branden als de auto
langzamer gaat rijden omdat het systeem
ingrijpt.
Het kan gevaarlijk zijn om door te rijden als de
remlichten niet goed werken.
Hiervoor gebruikt het systeem een camera boven
aan de voorruit en een radar in de voorbumper.
Dit systeem is vooral bedoeld voor gebruik
op hoofdwegen en snelwegen. Het werkt
06
115
Rijden