06
116
Rijden
alleen bij bewegende voertuigen die in dezelfde
richting als uw auto rijden.
Als de bestuurder de richtingaanwijzer
gebruikt om een langzamer voertuig in te
halen, kan de snelheidsregelaar de afstand tot
de voorligger tijdelijk verkleinen om het inhalen
eenvoudiger te maken, zonder echter de
ingestelde snelheid te overschrijden.
Schakelaars op en rondom het
stuurwiel
1. ON (stand CRUISE)/OFF
2. Activeren van de snelheidsregelaar met de
actuele rijsnelheid/verlagen van de ingestelde
snelheid
3. Activeren van de snelheidsregelaar met de
actuele rijsnelheid/verhogen van de ingestelde
snelheid
4. Snelheidsregelaar onderbreken/hervatten met
eerder opgeslagen snelheid
Bevestiging van herstarten van de auto na
automatische stop (uitvoeringen met Stop &
Start-functie)
5. Afhankelijk van de uitvoering:
Weergave van de opgeslagen
snelheidslimieten met de functie Opslaan van
de snelheden
of
Gebruiken van de snelheid die
wordt voorgesteld door het
Snelheidslimietherkennings- en
snelheidsadviessysteem (MEM)
6. Weergeven en instellen van de
afstandsinstelling tot de voorligger
Gebruik
Activeren van het systeem (pauze)
► Draai rolknop 1 omlaag in de stand CRUISE
terwijl de motor draait. De snelheidsregelaar is
gebruiksklaar (grijze weergave).
Inschakelen van de snelheidsregelaar en
instellen van een snelheid
Bij een handgeschakelde versnellingsbak moet
de snelheid van de auto tussen 30 en 180 km/u
liggen.
Bij een automatische transmissie EAT8 of de
selectiehendel (elektrisch) moet de snelheid van
de auto tussen 0 en 180 km/u liggen.
► Druk op toets 2 of 3: de huidige snelheid wordt
de ingestelde snelheid (minimaal 30 km/u) en
de snelheidsregelaar wordt direct geactiveerd
(weergegeven in het groen).
► Druk op 3 voor het verhogen of op 2 voor
het verlagen van de ingestelde snelheid (in
stappen van 5 km/h als de toets ingedrukt wordt
gehouden).
Wanneer toets 2 of 3 ingedrukt wordt
gehouden, kan de snelheid van de auto
snel veranderen.
De snelheidsregelaar onderbreken/hervatten
► Druk op 4 of trap het rempedaal in. Wanneer u
de snelheidsregeling wilt onderbreken, kunt u ook
het volgende doen:
• schakel van stand D naar N;
• houd het koppelingspedaal langer dan 10
seconden ingetrapt;
• Druk op de hendel van de elektrische
parkeerrem.
► Druk op 4 om de snelheidsregelaar weer in te
schakelen. De snelheidsregelaar kan automatisch
zijn onderbroken:
• wanneer de snelheid van de auto lager
is dan 30 km/h bij een handgeschakelde
versnellingsbak.
• wanneer het toerental van de auto lager is
dan 1100 t/min bij een handgeschakelde
versnellingsbak.
• door ingrijpen van het ESP.