06
132
Rijden
Als de auto het obstakel zeer dicht is genaderd,
verschijnt het symbool "Gevaar" op het scherm.
Parkeerhulp vóór
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op de
parkeerhulp achter en wordt geactiveerd zodra er
bij een rijsnelheid van maximaal 10 km/h vóór de
auto een obstakel wordt gedetecteerd.
De werking van de parkeerhulp vóór wordt
onderbroken als de auto langer dan drie seconden
stilstaat terwijl een versnelling vooruit is
ingeschakeld, als er geen obstakel meer wordt
gedetecteerd of als de auto harder dan 10 km/h
rijdt.
Het geluid uit de luidspreker (voor of
achter) geeft de positie van het obstakel
ten opzichte van de auto aan (voor of achter).
Uitschakelen/inschakelen
De instellingen kunnen worden gewijzigd
via het menu Rijverlichting/Auto van het
touchscreen.
De status van het systeem wordt opgeslagen bij
het uitzetten van het contact.
Het parkeerhulpsysteem achter wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer er
een aanhanger of fietsendrager wordt
aangekoppeld aan een trekhaak die volgens de
voorschriften van de fabrikant is gemonteerd.
In dat geval wordt de omtrek van een
aanhanger weergeven aan de achterzijde van
het beeld van de auto.
De parkeerhulp wordt uitgeschakeld wanneer de
functies Park Assist en DS PARK PILOT bezig zijn
om de beschikbare ruimte van een parkeerplaats
te meten.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de functie Park Assist of DS PARK
PILOT.
Wanneer de auto wordt gestart, zijn de
grafische weergave en de geluidssignalen
van de parkeerhulpsystemen pas beschikbaar
nadat het touchscreen is opgestart.
Werkingslimieten
Bij zware belading van de bagageruimte kan de
hoek van de auto de afstandsmetingen verstoren.
Storing
Als er een storing optreedt wanneer u de
achteruitversnelling inschakelt, dan gaat
dit waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel branden, in combinatie met
een melding en een geluidssignaal (kort
piepsignaal).
Laat het systeem controleren door een dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Achteruitrijcamera
Lees voor meer informatie de algemene
adviezen over het gebruik van de rij- en
parkeerhulpsystemen.
Wanneer de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld bij draaiende motor, geeft dit
systeem beelden van de directe omgeving van de
auto op het touchscreen weer met behulp van een
camera aan de achterzijde van de auto.
Het scherm is in twee delen opgedeeld, met in het
ene deel de omgeving zoals die door de camera('s)
wordt geregistreerd en in het andere deel het
beeld van bovenaf van de directe omgeving van
de auto.