wanneer de auto harder dan 10 km/h rijdt en
wordt er een waarschuwing weergegeven.
Advies
Afstandsbediening
De afstandsbediening is een gevoelig
apparaat dat met hoge frequentie werkt; zit
niet aan de afstandsbediening terwijl u deze in
uw zak hebt, omdat u dan per ongeluk de auto
kunt ontgrendelen.
Druk niet op de toetsen van de
afstandsbediening wanneer u buiten het
bereik van de auto bent, omdat dat ervoor kan
zorgen dat de afstandsbediening niet meer
werkt. In dat geval moet de afstandsbediening
worden gereset.
Diefstalbeveiliging
Pas de elektronische startblokkering niet
aan, omdat er dan storingen kunnen ontstaan.
Vergrendelen van de auto
Wanneer de portieren onder het rijden
zijn vergrendeld, kunnen hulpdiensten in
noodgevallen lastig in de auto komen.
Neem uit veiligheidsoverwegingen de
elektronische sleutel mee als u de auto verlaat,
zelfs wanneer dit voor korte duur is.
Bij het aanschaffen van een gebruikte
auto
Laat uw sleutels door een dealer in het
elektronische geheugen van de auto opslaan,
zodat u zeker weet dat de sleutels in uw bezit
de enige sleutels zijn waarmee de auto kan
worden gestart.
Noodprocedures
Sleutels, afstandsbediening of
elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto en uw
legitimatiebewijs naar een dealer.
De dealer kan de sleutelcode en de
transpondercode uitlezen, waardoor er een
nieuwe sleutel kan worden besteld.
De auto volledig met de sleutel
ontgrendelen/vergrendelen
Gebruik deze procedure in de volgende situaties:
– De batterij van de afstandsbediening is leeg.
– Een storing in de afstandsbediening.
– De accu van de auto is leeg.
– De auto staat in een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u de batterij van de
afstandsbediening vervangen.
In het tweede geval kunt u het probleem mogelijk
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Toegang tot de auto
Zie de betreffende hoofdstukken.
► Druk tot het weerstandspunt op de handgreep
aan bestuurderszijde om deze uit te klappen en
trek dan aan de handgreep voor toegang tot het
slot.
► Steek de sleutel in het portierslot.
► Laat de portierhandgreep van het
bestuurdersportier iets los.
► Draai de sleutel in de richting van de voorzijde
/ achterzijde om de auto te ontgrendelen /
vergrendelen.
Als de auto is uitgerust met een
alarmsysteem, wordt het alarm niet
ingeschakeld bij het vergrendelen met de
sleutel.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, klinkt
de sirene bij het openen van de deur. De sirene
stopt als het contact wordt ingeschakeld.
Centrale vergrendeling werkt
niet
Gebruik deze procedures in de volgende situaties:
02
33