02
38
Toegang tot de auto
Uitschakelen van de interieurbeveiliging
► Zet het contact af en druk binnen 10
seconden op de toets van het alarm totdat het
verklikkerlampje blijft branden.
► Stap uit de auto.
► Vergrendel de auto meteen met de
afstandsbediening of door op een van de
voorportiergrepen te drukken.
Alleen de omtrekbeveiliging is ingeschakeld; het
rode verklikkerlampje in de toets knippert elke
seconde.
De beveiliging kan alleen worden uitgeschakeld
als het contact is afgezet.
Opnieuw inschakelen van de
interieurbeveiliging
► Schakel de omtrekbeveiliging uit door de auto
te ontgrendelen met de afstandsbediening of door
op een portiergreep te drukken.
Het lampje in de toets gaat uit.
► Schakel het volledige alarmsysteem
weer in door de auto te vergrendelen met
de afstandsbediening of door op een van de
voorportiergrepen te drukken.
Het rode verklikkerlampje in de toets knippert
weer één keer per seconde.
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werking
en knipperen de richtingaanwijzers gedurende 30
seconden.
De omtrek- en wegsleepbeveiliging blijven actief
totdat het alarm voor de tiende keer wordt
geactiveerd.
Als het lampje van de knop snel knippert bij het
ontgrendelen van de auto, is het alarm tijdens
uw afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met
knipperen als het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Om de beveiligingsfuncties uit te schakelen:
► Ontgrendel de auto met de sleutel in het slot
van het bestuurdersportier.
► Open het portier; het alarm gaat af.
► Zet het contact aan; het alarm stopt. Het
controlelampje in de toets gaat uit.
De auto vergrendelen zonder
het alarm in te schakelen
► Vergrendel de auto of schakel de
supervergrendeling in met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in het slot
van het bestuurdersportier.
Automatisch inschakelen van
het alarm
(Afhankelijk van de uitvoering)
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld
2 minuten nadat het laatste portier of de
bagageruimte is gesloten.
► Om het afgaan van het alarm bij het openen
van een portier of de achterklep te voorkomen,
moet u eerst op de ontgrendeltoets van de
afstandsbediening drukken of moet u de
auto ontgrendelen met het Keyless entry and
start-systeem.
Storing
Wanneer het contact wordt aangezet,
betekent het permanent branden van het rode
controlelampje in de toets dat er een storing in
het systeem aanwezig is.
Laat het systeem controleren door een dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Elektrische ruitbediening
1. Linksvoor
2. Rechtsvoor
3. Linksachter
4. Rechtsachter
5. Uitschakeling van de elektrische ruitbediening
bij de achterbank
Vergrendelen van de achterportieren
(afhankelijk van de uitvoering)