08
180
In geval van pech
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer handelingen aan de accu uitsluitend uit
in een goed geventileerde ruimte, ver van open
vuur of vonken veroorzakende bronnen, om elk
risico van brand of explosie uit te sluiten.
Was na afloop uw handen.
Elektromotor
Lege 12V-accu
De motor kan niet meer worden gestart
en de tractiebatterij kan niet meer worden
opgeladen.
Voorzorgsmaatregelen bij
werkzaamheden aan de 12V-accu
Selecteer stand P, zet het contact af en
controleer of het instrumentenpaneel is
uitgeschakeld en de auto niet op een laadpunt
is aangesloten.
Een ander voertuig met startkabels
starten
Gebruik de 12V-accu niet om een ander
voertuig met startkabels te starten of de accu
van een ander voertuig op te laden.
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de pluspool (+):
► Ontgrendel de motorkap door de
ontgrendelhendel in het interieur en vervolgens de
veiligheidshaak van de motorkap te bedienen.
► Open de motorkap.
Pluspool (+).
Deze pool is voorzien van een aansluiting met
snelkoppeling.
Minpool (-).
De minpool van de accu is niet bereikbaar en
daarom bevindt er zich tegenover de accu een
afzonderlijk massapunt.
Auto's met DS MATRIX LED
VISIONkoplampen
Verbind startkabels nooit met het metalen deel
op de achterkant van de koplampen.
Kans op onherstelbare schade aan de
koplampen!
Starten van de motor met een
hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto leeg is, kan de motor
worden gestart met een hulpaccu (externe accu
of een accu van een andere auto) en startkabels
of met een startbooster.
Start de motor nooit als er een acculader
is aangesloten.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V of
hoger.
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale
spanning van 12 V en een capaciteit minimaal
gelijk aan die van de lege accu heeft.