Wanneer een auto met een automatische
transmissie EAT8 of de selectiehendel (elektrisch)
door het systeem tot stilstand is gebracht en
de auto door de verkeerssituatie niet binnen
3 seconden weer kan wegrijden, druk dan op toets
4 of trap het gaspedaal in om weg te rijden.
Als de bestuurder geen actie onderneemt nadat
de auto tot stilstand is gebracht, dan wordt de
elektrische parkeerrem automatisch na ongeveer
5 minuten aangetrokken.
De snelheidsregelaar blijft actief na het
schakelen, ongeacht het type
versnellingsbak.
Wanneer de bestuurder de
snelheidsregelaar weer probeert in te
schakelen nadat deze is onderbroken, dan
wordt de melding "Inschakelen geweigerd,
omstandigheden ongeschikt" kort
weergegeven zolang het niet mogelijk is om de
snelheidsregelaar weer in te schakelen (niet
voldaan aan de veiligheidsvoorwaarden).
De geprogrammeerde snelheid wijzigen met
de functie Snelheidslimietherkennings- en
snelheidsadviessysteem
► Druk op 5 om de op het instrumentenpaneel
voorgestelde snelheid te accepteren en druk
vervolgens nog een keer op de toets om te
bevestigen.
Om plotseling accelereren of decelereren
van de auto te voorkomen, is het
raadzaam een snelheid te selecteren die dicht
bij de actuele snelheid van uw auto ligt.
De afstand tot de voorligger wijzigen
► Druk op 6 om de drempelwaarden van de
afstandsinstelling ("Veraf", "Normaal" of
"Dichtb.") weer te geven en druk nog een keer op
de toets om een drempelwaarde te selecteren.
Na enkele seconden wordt de instelling
geaccepteerd en in het geheugen opgeslagen bij
het afzetten van het contact.
Tijdelijk overschrijden van de ingestelde
snelheid
► Druk het rempedaal helemaal in. De
afstandsregeling en snelheidsregeling
worden uitgeschakeld zolang u gas geeft.
"Snelheidsregelaar onderbroken" wordt
weergegeven.
Uitschakelen van het systeem
► Draai rolknop 1 omhoog in de stand OFF.
Informatie op het
instrumentenpaneel
7.
Voertuig waargenomen door het systeem
(symbool vol)
8.
Snelheidsregelaar actief (kleur niet grijs)
9.
Ingestelde snelheid
10. Snelheid voorgesteld door het
Snelheidslimietherkennings- en
snelheidsadviessysteem
11. Auto op zijn plaats gehouden (uitvoeringen
met automatische transmissie of
selectiehendel (elektrisch))
12. Instelling afstand tot voorligger
13. Door het systeem gedetecteerde positie van
het voertuig
06
117
Rijden