04
58
Verlichting en zicht
Lichtschakelaar
Hoofdverlichting
Automatische verlichting /
dagrijverlichting
Alleen parkeerlicht
Dimlicht of grootlicht
"Highway-functie"
Bij de uitvoeringen met "Full LED"-
koplampen wordt vanaf een wagensnelheid
van 110 km/h het bereik van de lichtbundel van
de dimlichten automatisch vergroot.
Overschakelen van dim- naar grootlicht
► Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.
In de stand "AUTO" of als alleen de parkeerlichten
zijn ingeschakeld, kunt u een lichtsignaal met
het grootlicht geven door de hendel naar u toe te
trekken.
Weergave
Een verklikkerlampje op het instrumentenpaneel
geeft aan dat de geselecteerde verlichting is
ingeschakeld.
Een defecte lamp wordt gesignaleerd door
het permanent branden van dit lampje in
combinatie met de weergave van een melding en
een geluidssignaal.
Mistachterlicht
Deze functie werkt alleen als het dimlicht
of groot licht is ingeschakeld.
► Draai de ring naar voren / naar achteren om
deze functie in of uit te schakelen.
Wanneer de lampen automatisch worden
uitgeschakeld ("AUTO"), blijven de mistlamp en
de parkeerlichten branden.
Het inschakelen van de mistverlichting is
verboden bij helder weer of regen, zowel
overdag als 's nachts. Ze zijn onder deze
omstandigheden namelijk verblindend voor
medeweggebruikers. De mistverlichting mag
alleen worden ingeschakeld bij mist of
sneeuwval (de regels kunnen per land
verschillen).
Vergeet niet de mistverlichting uit te
schakelen zodra deze niet meer nodig is.
De verlichting uitschakelen na het
afzetten van het contact
Als het contact wordt afzet, worden alle
lichten automatisch uitgeschakeld, behalve
het dimlicht als de automatische "follow me
home"-verlichting is geactiveerd.