Wanneer alle instructies zijn gevalideerd, wordt
een nieuwe pagina weergegeven waarop wordt
aangegeven dat u de manoeuvre kunt uitvoeren.
► Druk op deze toets om de manoeuvre
uit te voeren.
► Houd de toets ingedrukt en laat het rempedaal
geleidelijk los.
De toets moet ingedrukt blijven tijdens de
manoeuvre.
De start van de manoeuvre wordt aangeduid door
de weergave van een venster met de melding
"Manoeuvre wordt uitgevoerd" in combinatie met
een geluidssignaal.
De Achteruitrijcamera en de parkeerhulp worden
automatisch ingeschakeld zodat u de directe
omgeving van de auto gedurende de manoeuvre in
de gaten kunt houden.
Uitvoeren van de manoeuvre
Op het moment dat de bestuurder het rempedaal
loslaat, neemt het systeem automatisch de
controle over voor het kiezen van de rijrichting
(vooruit of achteruit), het accelereren, het
remmen en de stuurrichting.
De status van de manoeuvre wordt aangegeven
door deze symbolen:
Manoeuvre bezig.
Manoeuvre onderbroken.
Manoeuvre voltooid of afgebroken.
Witte pijlen geven aan dat de bestuurder de
controle over de auto moet overnemen.
De manoeuvreerrichting wordt aangegeven door
deze symbolen:
Vooruit.
Achteruit.
De middelste pijl is groen als de auto rijdt of wit
om de volgende manoeuvreerrichting aan te
geven.
Tijdens de gehele manoeuvre, aangegeven
door het groene pictogram "AUTO", moet
de bestuurder de toets van de functie
ingedrukt houden.
Tijdens de manoeuvres draait het
stuurwiel snel rond: houd daarom het
stuurwiel niet tegen en steek uw handen niet
tussen de spaken van het stuurwiel. Let op
voorwerpen die de manoeuvre kunnen
blokkeren (zoals losse kleding, sjaals of
stropdassen) - kans op letsel!
Als de auto aanzienlijk wordt afgeremd,
gaan de remlichten wellicht branden.
Onderbreken/hervatten van de manoeuvre
De manoeuvre kan te allen tijde tijdelijk worden
onderbroken (automatisch door het systeem als
een obstakel is gedetecteerd of door tussenkomst
van de bestuurder). Als de bestuurder een
gevaarlijke situatie ziet aankomen, moet hij de
manoeuvre annuleren.
Om de manoeuvre te onderbreken kan de
bestuurder:
– De toets van de functie loslaten.
– Het rempedaal intrappen.
– De controle over de auto overnemen.
– De transmissie in een andere stand zetten
(behalve P).
De auto staat meteen stil als de manoeuvre wordt
onderbroken.
Dit wordt bevestigd door de weergave van
dit symbool in combinatie met de melding
"Manoeuvre geannuleerd".
Als u de manoeuvre wilt hervatten wanneer de
reden voor het onderbreken niet meer bestaat:
► Laat alle bedieningselementen los (rempedaal,
toets van de functie, stuurwiel, selectiehendel).
► Druk opnieuw op de toets van de functie.
Definitief onderbreken na annuleren van de
manoeuvre:
► Trap het rempedaal in en selecteer een
versnelling.
De manoeuvre afbreken
De manoeuvre wordt in de volgende situaties
afgebroken:
– De bestuurder onderneemt geen actie binnen
30 seconden nadat de manoeuvre is geannuleerd.
– De parkeerrem wordt handmatig aangetrokken.
– De bestuurder schakelt stand P van de
transmissie in.
06
139
Rijden