03
40
Ergonomie en comfort
Juiste zitpositie
Om veiligheidsredenen mag de stoel
alleen worden versteld als de auto
stilstaat.
Voordat u gaat rijden, moet u de zitpositie
in de volgende volgorde afstellen, om de
ergonomische plaatsing van instrumenten en
bedieningselementen optimaal te benutten:
– De hoogte van de hoofdsteun.
– De hoek van de rugleuning.
– De hoogte van de zitting van de stoel.
– De lengterichting van de stoel.
– De hoogte en diepte van het stuurwiel.
– De binnen- en buitenspiegels.
Controleer vervolgens of u vanuit uw
zitpositie goed zicht op het
instrumentenpaneel hebt.
Voorstoelen
Zorg er bij het naar achteren schuiven van
de stoel voor dat de beweging van de stoel
niet kan worden gehinderd door personen of
voorwerpen.
Kans op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van de stoel
als grote voorwerpen op de vloer achter de
stoel zijn geplaatst.
Handmatig verstellen
Verstellen in lengterichting
► Beweeg de stang omhoog en schuif de stoel
naar voren of naar achteren.
► Laat de stang los om de stoel in de betreffende
positie te vergrendelen.
Rugleuninghoek
► Draai de knop voor de gewenste hoek.
Hoogte
► Trek de hendel omhoog voor omhoog zetten
of duw deze omlaag voor omlaag zetten totdat de
gewenste stand is bereikt.
Elektrisch verstellen
Verstellen in lengterichting
► Duw de schakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel in lengterichting te
verplaatsen tot de gewenste positie is verkregen.