Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nidec Control Techniques Unidrive SP Handleiding pagina 81

Inhoudsopgave

Advertenties

Meerdere Unidrives-SP met de gelijke parameterset programmeren:
Als de parameterset in de SmartCard wordt geladen met #30 op -boot-, zal deze programmering overheersen met het
volgende resultaat. Als deze SmartCard vervolgens in een andere Unidrive-SP gestoken wordt en de voedingsspanning
van deze Unidrive-SP wordt ingeschakeld, zal direct de parameterset van de SmartCard in de EEPROM
Unidrive-SP worden opgeslagen, de inhoud van #30 zal hierbij niet worden overgedragen. Op deze wijze kunnen snel
en eenvoudig meerdere Unidrives-SP geprogrammeerd worden met dezelfde parameterset.
Conflicten tussen SmartCard data en Unidrive-SP tijdens programmeren van de Unidrive-SP:
- Als het Undrive-SP werkingsprincipe (open-loop, closed-loop, servo) van de Unidrive en de SmartCard data niet in
overeenstemming zijn zal een C.tyP trip optreden en de data overdracht niet plaatsvinden.
- Als er een verschil is in de samenstelling van de optiemodules in de Unidrive-SP en de SmartCard data, zal het menu
van de desbetreffende optiemodule geladen worden met de fabrieksinstelling en een C.OPtn trip optreden.
- Als het typenummer van de Unidrive-SP en de SmartCard data niet in overeenstemming zijn, zullen de volgende
parameters geladen worden met de fabrieksinstelling en een C.rtg trip optreden. #2.08, #4.05, #4.06, #4.07, #5.07,
#5.09, #5.17, #5.18, #5.23, #5.24, #5.25, #6.06 en alle overeenkomstige parameters in menu 21.
Vanaf softwareversie 01.07.00 kan d.m.v. code 9555 resp. 9666 geselecteerd worden dat bij een C.OPtn en C.rtg trip de
optiemodules en boven genoemde parameters niet met de fabrieksinstelling geladen worden.
SmartCard datablokken:
De SmartCard heeft 999 individuele datablok locaties. Elke individuele datablok locatie van 1 t/m 499 kan gebruikt worden
om maximaal 4kb data in op te slaan.
Datablok
Type
1 t/m 499
Lezen/schrijven
500 t/m 999
Lezen
SmartCard datablok informatie:
In parameter 11.37 kan een datablok van de SmartCard geselecteerd worden, parameter 11.38 t/m 11.40 zullen
vervolgens de informatie verschaffen van dit geselecteerde datablok.
Overdragen van data:
De onderstaande codes kunnen ingegeven worden in een nulparameter gevolgd door de rode toets te bedienen.
Code
Actie
2001
Schrijf drive parameters afwijkend t.o.v. fabrieksinst. naar een bootable SmartCard op locatie 1
3yyy
Schrijf de inhoud van de Unidrive-SP EEPROM in de SmartCard op locatie yyy.
4yyy
Schrijf de verschillen van de Unidrive-SP t.o.v. fabrieksprogrammering in de SmartCard op locatie yyy.
5yyy
Schrijf het On-board PLC programma van de Unidrive-SP in de SmartCard op locatie yyy.
6yyy
Lees datablok yyy van de SmartCard in de EEPROM van de Unidrive-SP.
7yyy
Wis SmartCard datablok yyy
8yyy
Vergelijk de parameters in de Unidrive-SP met datablok yyy in de SmartCard.
9555
Geen C.OPtn en C.rtg trips, optiemodules en type afhankelijke parameters worden niet overschreven.
9666
Wel C.OPtn en C.rtg trips, optiemodules en type afhankelijke parameters worden overschreven.
9777
Reset de read-only vlag in de SmartCard.
9888
Activeer de read-only vlag in de SmartCard.
9999
Wis de gehele SmartCard.
3yyy, Parametersets schrijven in de SmartCard:
De gehele opgeslagen parameterset van de Unidrive-SP in de EEPROM wordt in de Smartcard op locatie yyy
geschreven. Er kunnen maximaal vier van deze parametersets in de Smartcard opgeslagen worden. De code
3001 is gelijk aan #30 op -Prog- te programmeren.
4yyy, Verschillen ten opzichte van fabrieksprogrammering schrijven in de SmartCard.
De verschillen tussen de Unidrive-SP programmering en de fabrieksprogrammering worden in de Smartcard op
locatie yyy geschreven. Dit kan gebruikt worden voor het creëren van macro's van klant specifieke programme-
ringen. Als bij deze handeling de motorspecifieke programmering nog niet is uitgevoerd kan deze parameterset
in elke Unidrive-SP geladen worden mits in hetzelfde werkingsprincipe.
5yyy, Een on-board PLC programma schijven in de SmartCard.
Een on-board PLC programma wordt niet gezamenlijk met de parameterset van de Unidrive-SP geschreven en
gelezen en zal dus separaat in de SmartCard geschreven moeten worden. Via 6yyy kan het on-board PLC
programma in de Unidrive-SP geladen worden, wees u hierbij bewust dat deze handeling per Unidrive-SP
ca.100 maal uitgevoerd mag worden. #11.49 geeft het aantal downloads weer.
6yyy, Parameterset schrijven in de EEPROM van de Unidrive-SP.
De code 6001 is gelijk aan #30 op -rEAd- te programmeren.
8yyy, Vergelijk twee parameterset in de Unidrive-SP en de SmartCard met elkaar.
De geselecteerde parameterset in de SmartCard wordt vergeleken met de inhoud van de EEPROM in de
Unidrive-SP. Indien er geen verschillen zijn zal de code 8yyy in de nulparameter weer op 0 gezet worden en
indien er wel verschillen zijn zal een C.cpr trip optreden.
SP Handleiding Open Loop, versie 9.3
Unidrive SP
SmartCard, parameter kopieermodule
Toepassing
Parametersets
Macro's
Pagina 81 van 204
van
de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave