Code
Nr.
Br.th
10
C.Acc
185
177
C.boot
C.bUSY
178
C.Chg
179
C.CPr
188
C.dAt
183
C.Err
182
C.FuLL
184
CL2
28
CL3
29
CL.bit
35
ConF.P
111
C.OPtn
180
175
C.Prod
C.rdo
181
C.rtg
186
C.tYP
187
dESt
199
EEF
31
Enc1
189
Enc2
190
Enc3
191
Enc4
192
Enc5
193
Enc6
194
Enc7
195
Enc8
196
Enc9
197
198
Enc10
Enc11
161
SP Handleiding Open Loop, versie 9.3
Unidrive SP
Beschrijving
Overtemp. interne remweerstand bouwgrootte 0
SmartCard lees- of schrijffout
SmartCard schrijffout
SmartCard is momenteel bezet.
SmartCard data locatie bevat reeds data
SmartCard data niet gelijk
SmartCard datablok bevat geen data
SmartCard data is verstoord
SmartCard is vol
Analoge ingang 2 (klem 7) < 3mA in 4-20mA modus
Analoge ingang 3 (klem 8) < 3mA in 4-20mA modus
Trip via het controlewoord #6.42
Aantal power modules niet gelijk aan programmering
van #11.35
SmartCard, verschil in configuratie van optiemodules Elke optiemodule heeft een identificatiecode in resp.
Data bloks op de SmartCard zijn niet in overeen-
stemming met de drive.
SmartCard read only vlag geactiveerd
SmartCard, verschil tussen Unidrive-SP type en
datablok
SmartCard en Unidrive-SP verschillend
werkingsprincipe
Parameter bediend vanuit meerdere bronnen
EEPROM data verstoord
Encoder voeding overbelast
Encoder draadbreuk
Encoder UVW offset niet correct tijdens draaien
Communicatiefout tussen Unidrive-SP en encoder
Encoder checksum of CRC trip
Encoder heeft een storing
Encoder initialisatie niet geslaagd
Encoder auto configuratie niet geslaagd
Geselecteerde feedback module verkeerd type
Encoder servo phasing trip, #3.25 niet correct
Sincos encoder trip
tripcode
Indien geen remweerstand geplaatst #10.37 = 8
Mogelijk geen SmartCard aanwezig of defecte card
Schrijfinstructie naar een menu 0 parameter blijkt niet
mogelijk (#30 = auto of boot) en noodzakelijke file op de
SmartCard is niet aanwezig. Controleer programmering
van #30, geef een reset en probeer opnieuw.
SmartCard kan opdracht niet uitvoeren omdat een
applicatiemodule communiceert met de SmartCard.
Wacht en probeer later opnieuw.
Wis deze locatie eerst of schrijf data in andere locatie
Als bij een vergelijk functie datalocatie 8yyy niet gelijk is
aan de EEPROM in de drive.
Stel zeker dat het geselecteerde blok correct is
Stel zeker dat de SmartCard goed is geplaatst of wis de
data en probeer opnieuw.
Wis een datablok of gebruik een andere SmartCard
Zie #7.11
Zie #7.15
Of schakel het controlewoord uit d.m.v. #6.43 of
controleer het controlewoord. Zie pagina 165
- Controleer programmering van #11.35
- Controleer de master-slave kabel
- Controleer de voedingsspanning van alle modules
#15.01, #16.01 of #17.01 die in de drive worden
opgeslagen bij een save routine. Er is een verschil in de
geplaatste optiemodules en de data vanuit de
SmartCard. De desbetreffende optiemodulemenu's
zullen met fabrieksprogrammering geladen worden.
Controleer plaats (slot) en type van de optiemodule.
- Wis alle data op de SmartCard door #00.00 op 9999 te
programmeren plus reset. Of vervang de SmartCard.
Stel zeker dat geen data geschreven wordt naar locatie
500 t/m 999. Indien gewenst reset de read only vlag.
De volgende type afhankelijke parameters zullen met
fabrieksprogrammering geladen worden. #2.08, #4.05,
#4.06, #4.07, #5.07, #5.09, #5.17, #5.18, #5.23, #5.24,
#5.25, #6.06 en inclusief de motormap 2 in menu 21.
Controleer of de Unidrive-SP volgens het juiste
werkingsprincipe is geprogrammeerd (OL, CL, Servo)
Een parameter wordt bediend door meerdere bestem-
mingsparameters, on-board PLC programma of
applicatieprogramma.
Drive wordt als open loop geprogrammeerd en reset is
alleen mogelijk door fabrieksprogrammering te laden en
een save routine uit te voeren.
Controleer de encoder bedrading en specificaties.
De maximum stroom is: 15 V = 200 mA, 8 V = 300 mA, 5
V = 300 mA
Controleer de encoderbedrading en specificaties.
Deze trip is uit te schakelen d.m.v. #3.40
Controleer de afscherming van de encoderbedrading .
Herhaal de offset meting.
Controleer de bedrading, encodervoeding en baud rate.
Controleer de afscherming van de encoder bedrading.
controleer bij EnDat encoders de comms resolutie en/of
voer een auto configuratie uit d.m.v. #3.41
Vervang de encoder. Controleer bij SSI encoders de
bedrading en de encodervoeding.
Reset de drive en controleer: encoder type in #3.38,
bedrading en encodervoeding. Voer een auto configu-
ratie uit d.m.v. #3.41.
Zet #3,41 op 0 en programmeer handmatig #3.33 en
#3.34. Controleer de comms resolutie.
Controleer de instelling van #3.26
Voer een auto-tune uit of programmeer #3.25 hand-
matig. Deze trip kan voorkomen bij zeer dynamische
toepassingen. Trip is uit te schakelen met #3.08 >0
Attentie, programmeer #3.08 niet te hoog.
Mogelijk ruis, controleer de afscherming en bedrading.
Pagina 199 van 204
Bijzonderheden