Introductie:
De SmartCard kan toegepast worden om parametersets in op te slaan,
of om parametersets over te dragen naar een Unidrive-SP.
De SmartCard wordt standaard meegeleverd met de Unidrive-SP
De SmartCard kan ondermeer voor de volgende functies gebruikt worden.
- Parametersets kopiëren.
- Gehele parametersets in de Smartcard opslaan.
- Opslaan van verschillen ten opzichte van fabrieksprogrammering in de SmartCard.
- On-board PLC programmeringen opslaan in de SmartCard.
- Automatisch opslaan van parameterwijzigingen ten behoeve van servicedoeleinden.
De SmartCard kan geplaatst worden in de gleuf die zich achter het afneembare
toetsenbord bevindt, waarbij de goudkleurige contactvingers naar rechts gericht zijn.
Data overdracht vindt alleen plaats als een instructie wordt uitgevoerd en de SmartCard
mag tussentijds verwijderd en geplaatst worden bij ingeschakelde voedingsspanning.
Tijdens data-overdracht zal de rechtse decimale punt in het bovenste display knipperen.
Basisfuncties:
De volgende instructies kunnen door middel van #30 uitgevoerd worden:
#30 = none
Geen actie
30 = rEAd + reset
SmartCard > Unidrive-SP
#
Voorwaarde is dat de Unidrive-SP niet in bedrijf mag zijn, hetgeen betekent dat het bovenste display rdy, inh of trip moet
weergeven. Na het ingeven van de juiste code in #30 moet de rode toets op de Unidrive-SP bediend worden. De
parameterset uit de SmartCard wordt nu in de Unidrive-SP geladen en wordt direct in het geheugen van de Unidrive-SP
opgeslagen. Na het volbrengen van de overdracht zal #30 worden gereset.
30 = Prog + reset
Unidrive-SP > SmartCard
#
Na het ingeven van de juiste code in #30 moet de rode toets op de Unidrive-SP bediend worden. De inhoud van de
EEPROM in de Unidrive-SP wordt nu geladen in de SmartCard. Na het volbrengen van de overdracht zal #30 worden
gereset. Na herinschakeling van de voedingsspanning zal #30 weer op Prog gezet worden en bij het bedienen van de
rode toets zullen wederom de parameters in de SmartCard geladen worden.
#30 = AutO
Unidrive-SP > SmartCard
Na het ingeven van de juiste code in #30 moet de rode toets op de Unidrive-SP bedient worden, de volledige parame-
terset zal nu in de SmartCard geschreven worden. Elke parameter wijziging in menu 0 van de Unidrive SP wordt bij
voedingsspanning inschakeling automatisch ook in de SmartCard opgeslagen. Indien parameters in het geheugen van
de Unidrive-SP worden opgeslagen door het getal 1000 in een nulparameter in te geven + reset, zal de volledige
parameterset ook in de SmartCard opgeslagen worden. Na elke voeding inschakeling zal -CArd- in display verschijnen
en de parameters in de SmartCard geschreven worden. Bij het verwijderen van de SmartCard zal #30 worden gereset.
#30 = boot
Unidrive-SP < > SmartCard
Na het ingeven van de juiste code in #30 moet de rode toets op de Unidrive-SP bedient worden, de volledige parame-
terset zal nu in de SmartCard geschreven worden en -boot- zal in display verschijnen. Elke parameter wijziging in menu
0 van de Unidrive-SP wordt automatisch ook in de SmartCard opgeslagen, te herkennen aan de knipperende, meest
rechtse decimale punt in de bovenste displayregel. Indien parameters in het geheugen van de Unidrive-SP worden
opgeslagen door het getal 1000 in een nulparameter in te geven + reset, zal de volledige parameterset ook in de
SmartCard opgeslagen worden. Na elke voeding inschakeling zal -boot- in display verschijnen en de parameters van
SmartCard in de EEPROM van de Unidrive-SP geschreven worden. Bij het inschakelen van de voedingsspanning wordt
de EEPROM in de Unidrive-SP overschreven met de inhoud van de SmartCard en in het display staat -boot- tijdens deze
parameteroverdracht. Om servicetechnische redenen is het altijd te adviseren de meegeleverde SmartCard in de
Unidrive-SP te steken en #30 op <boot> te programmeren.
Uitwisselen van een Unidrive-SP:
Er bevindt zich wel of geen SmartCard in de uit te wisselen Unidrive-SP en #30 staat op -nonE-.
Plaats een SmartCard in de uit te wisselen Unidrive-SP programmeer #30 op Prog en druk op de rode toets.
Programmeer de nieuwe Unidrive-SP in het juiste werkingsprincipe (open-loop, closed-loop, servo). Plaats de
SmartCard in de nieuwe Unidrive-SP en programmeer de #30 op -rEad- en druk op de rode toets.
Er bevindt zich een SmartCard in de Unidrive-SP en #30 staat op -AutO-.
Vervang de Unidrive-SP en programmeer deze in het juiste werkingsprincipe (open-loop, closed-loop, servo), plaats
de SmartCard in de nieuwe Unidrive-SP, programmeer #30 op -Prog- en druk op de rode toets.
Er bevindt zich een SmartCard in de Unidrive-SP en #30 staat op -boot-.
Vervang de Unidrive-SP en programmeer deze in het juiste werkingsprincipe (open-loop, closed-loop, servo),
schakel de voeding uit, plaats de SmartCard in de Undrive-SP en schakel de voedingsspanning opnieuw in.
SP Handleiding Open Loop, versie 9.3
Unidrive SP
SmartCard, parameter kopieermodule
(equivalent van een nulparameter > 6001)
(equivalent van een nulparameter > 3001)
Pagina 80 van 204