Rijden
Tijdelijk overschrijden van
de ingestelde snelheid
F Trap het gaspedaal met kracht in tot voorbij
het zware punt om de ingestelde snelheid
te overschrijden.
De werking van de snelheidsregelaar wordt
tijdelijk onderbroken en de weergegeven
ingestelde snelheid knippert.
Als de ingestelde snelheid zonder ingreep
van de bestuurder wordt overschreden
(bijvoorbeeld in een steile afdaling),
knippert de snelheid in combinatie met
een geluidssignaal.
Zodra de rijsnelheid weer is gedaald tot
beneden de ingestelde snelheid, werkt
de snelheidsbegrenzer weer en stopt het
knipperen van de snelheid.
Uitschakelen
F Druk op het uiteinde van de hendel: de
informatie over de snelheidsbegrenzer
wordt niet meer weergegeven.
Storing
Als dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat branden,
dan duidt dit op een storing van de
begrenzer.
86
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het gebruik van matten die niet door
CITROËN zijn goedgekeurd, kan de
werking van de snelheidsbegrenzer
hinderen.
Om te voorkomen dat de pedalen blijven
hangen:
-
controleer of de mat goed is bevestigd,
-
leg nooit meerdere matten boven op
elkaar.
Active City Brake
Active City Brake is een rijhulpfunctie die
beoogt een frontale aanrijding te voorkomen
of de snelheid van een frontale aanrijding te
verminderen wanneer de bestuurder niet of
onvoldoende ingrijpt (onvoldoende intrappen
van het rempedaal).
Dit systeem is ontworpen om de veiligheid
tijdens het rijden te vergroten.
De bestuurder moet zelf altijd het
verkeer in de gaten blijven houden en de
afstand tot en de snelheid van andere
weggebruikers blijven inschatten.
Active City Brake is een hulpmiddel voor
de bestuurder die desondanks waakzaam
moet blijven.
Bekijk de lasersensor nooit met een
optisch instrument (vergrootglas,
microscoop enz.) op een afstand van
minder dan 10 cm: kans op oogletsel.
Werkingsprincipe
Dit systeem detecteert met een lasersensor en
een camera boven aan de voorruit voertuigen
die in dezelfde richting rijden of die vóór de
auto stilstaan.
Indien noodzakelijk remt de auto automatisch
af om de snelheid van de aanrijding te
verminderen of een aanrijding met de
voorligger te voorkomen.
Dit automatische noodremsysteem remt later
af dan de bestuurder normaal gesproken zou
doen. Het systeem grijpt dus alleen in als de
kans op een aanrijding groot is.